Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorRoell, Eva
dc.contributor.authorKwakkenbos, Otto
dc.date.accessioned2022-09-09T03:00:51Z
dc.date.available2022-09-09T03:00:51Z
dc.date.issued2022
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/42597
dc.description.abstractStichting Bouwcentrum is in 1946 opgericht als voorlichtingscentrum omtrent de bouwwereld, met Jan van Ettinger als directeur tot 1972. Het Bouwcentrum is in een hoog tempo ontwikkeld en is in vier fases gegroeid tot een groot complex. De eerste twee gebouwen zijn ontworpen door Joost Boks en zijn in 1949 en 1956 geopend. Bij de derde en vierde fase werkte Boks samen met Wout Eijkelenboom en Bram Middelhoek in Bureau Boks Eijkelenboom Middelhoek. Bij de vierde (en dus laatste) fase was Boks enkel raadgevend architect. Alle gebouwen die bij dit complex horen vormden een eenheid met elkaar. Er is weinig over de Bouwcentrumgebouwen geschreven. Zeker over hoe de verschillende gebouwen te duiden zijn is weinig te vinden. Vaak wordt in de literatuur enkel gefocust op het eerste en eventueel het tweede gebouw, maar de rest van het complex wordt vaak overgeslagen. Daarom wordt in deze scriptie onderzoek gedaan naar de verschillende gebouwen en hoe deze te duiden zijn. Dit is gedaan door de ambities van de opdrachtgevers (met name van Van Ettinger) te analyseren, de gebouwen te vergelijken met het oeuvre van de architecten (Boks, Eijkelenboom en Middelhoek) en door de gebouwen te plaatsen in de ontwikkelingen in de bouwwereld. Hiervoor zijn verschillende boeken en tijdschriften geraadpleegd. Ook is er gebruik gemaakt van het Boks-archief in Het Nieuwe Instituut en het Bouwcentrum-archief in het Nationaal archief. Er is een analyse gemaakt door onderzoek te doen naar de opdracht, de ontwerpfase, de gerealiseerde gebouwen, de constructie en de plattegronden. Uit dit onderzoek is gebleken dat de gebouwen vaak kenmerkende elementen van Boks’ architectuur bevatten en dat de ambitie van Van Ettinger een grote rol speelde bij de ontwikkeling van het Bouwcentrumcomplex. Bij de ontwikkeling van het complex werd rekening gehouden met dat de gebouwen een eenheid moesten vormen. Daarvoor moesten ze in materiaal, kleur en maatvoering bij elkaar aansluiten. Bij elke nieuwe uitbreiding veranderde de indeling van de gebouwen, omdat bepaalde functies verschoven werden. De ontwikkeling van het Bouwcentrumcomplex laat dan ook goed de ontwikkeling van het Bouwcentrum als instituut zien.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectEen architectuurhistorische analyse van het Bouwcentrumcomplex te Rotterdam (1946-1970).
dc.titleDe eenheid van het Bouwcentrumcomplex
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsModerne architectuur; Rotterdam; Stichting Bouwcentrum; Bouwcentrumcomplex; Bouwcentrumgebouwen; Bouw; Ratiobouw; Bureau Documentatie Bouwwezen; Wederopbouw; Joost Boks; Wout Eijkelenboom; Bram Middelhoek; Bureau Boks Eijkelenboom Middelhoek; BBEM; Arthur Aronsohn; Jan van Ettinger; Joop van der Wal; J.P. van Eesteren; J.H. van den Broek; Cornelis van Traa; Auguste Perret; Henry Moore; Shake-Hands architectuur; Modernisme; Traditionalisme; Brutalisme; Beton
dc.subject.courseuuArt History
dc.thesis.id10030


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record