Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorStolwijk, Chris
dc.contributor.authorBeerse, Frédérique
dc.date.accessioned2022-09-09T02:02:36Z
dc.date.available2022-09-09T02:02:36Z
dc.date.issued2022
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/42544
dc.description.abstractGedurende de negentiende en vroege twintigste eeuw organiseerden de Nederlandse studentenverenigingen in Groningen, Leiden, Utrecht en Delft ter gelegenheid van de lustra van hun respectievelijke universiteiten grote maskerades. Hierbij werden historische optochten nagedaan met zoveel mogelijk aandacht voor de veronderstelde historische werkelijkheid. Deze optochten groeiden al snel uit van kleine optochten in gehuurde kostuums naar enorme meerdaagse spektakels met kostuums die zo accuraat mogelijk werden nagemaakt en feestzalen die zeer precies in de juiste stijl werden gedecoreerd. De keuze van het onderwerp van de maskerade was aan mode en de voorkeur van de verschillende universiteiten onderhevig, maar de opzet van de maskerades bleef in de basis gelijk. De studenten dede gedegen onderzoek naar de context van het historische moment dat zij gekozen hadden om na te spelen. Door de resultaten van dit onderzoek vorm te geven en aan de inwoners van de presenteren in de optocht, wer de band tussen de studenten, burgers en universiteit versterkt. Hierbij gingen de wens voor spektakel en historische getrouwheid vaak hand in hand, maar werkten elkaar ook dikwijls tegen. Aan het eind van de negentiende eeuw werd de wens voor het spektakel steeds groter, waardoor vaker kunstenaars werden ingeschakeld om te helpen met de artistieke vormgeving van het geheel. De kunstenaar wiens invloed hierbij het verst strekte, was Antoon Molkenboer. Naar aanleiding van de Utrechtse maskerade van 1901 schreef hij een artikel over de manier waarop de maskerade nieuw leven ingeblazen kon worden en in 1903 kreeg hij in Delft de kans om zijn ideeën in de praktijk te brengen. Na het succes van de Delftse maskerade werd hij in 1904 uitgenodigd om te helpen in Groningen en in 1905 in Leiden. Zijn maskerade-loopbaan sloot hij af in Delft in 1913, nadat hij in 1911 ook in Utrecht had geholpen. Molkenboer verschilde van de andere kunstenaars die hielpen bij de vormgeving van andere maskerades. Niet alleen liet hij zich niet beperken tot één stad, maar hij bemoeide zich naast de productie van de kostuums ook met de decoratie van de feestzaal en het ontwerpen van het gedenkalbum. In het artikel van 1901 richtte hij zich met name op de productie van de kostuums. Die moesten ontworpen en geproduceerd worden niet als afzonderlijke kostuums, maar als één artistiek geheel. Dit geheel zou naar een hoger plan worden getild en beter tot zijn recht komen wanneer de kostuums ook tegen een achtergrond gezien konden worden die in stijl overeekwam met de uit te beelden periode. Daarom trok hij naast de kostuums ook het ontwerpen van de decoratie van de feestzaal naar zich toe, of de studenten dit hem nu gevraagd hadden, of niet. Molkenboers vroege maskerades werden positief ontvangen en zijn pogingen om een artistiek geheel te creëren waren, volgens de pers, goed geslaagd. Bij de laatste twee maskerades was de publieke opinie echter veranderd. Naast complimenten over de historische getrouwheid van de kostuums en het spektakel van het geheel, klonken er stemmen op die een dergelijke vertoning niet langer vonden aansluiten op de eigentijdse smaak. Het contrast tussen de gekostumeerde studenten en de burgers was te groot geworden. In de tien jaar tussen 1903 en 1913 kreeg Antoon Molkenboer de kans zijn artistieke ideeën op grote schaal vorm te geven. Hij bouwde niet alleen voort op kennis die hij al bezat, maar kwam dankzij de maskerades ook in aanraking met mozaïekkunst en glas-in-lood, twee media waar hij later veelvuldig gebruik van zou maken. Gedurende tien jaar ontwikkelde Molkenboer zich als een zelfstandige, zelfverzekerde en zakelijke kunstenaar. Hij ging meer vertrouwen op zijn eigen kennis en kunde, trok meer taken naar zich toe en nam controle over de vormgeving van zijn artistieke ideeën.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectDit onderzoek behandelt de kenmerken en historische ontwikkeling van de negentiende- en vroeg twintigste-eeuwse Nederlandse studentenmaskerades. Deze verhandeling vormt de basis voor een analyse van de bijdragen die de kunstenaar Antoon Molkenboer leverde aan de artistieke vormgeving van de kostuums, decoratie en het gedenkalbum van de studentenmaskerades gehouden in Delft (1903, 1913), Groningen (1904), Leiden (1910) en Utrecht (1911).
dc.titleArtistieke ensembles en historische handelingen. Een analyse van de bijdrage van de kunstenaar Antoon Molkenboer aan de Nederlandse studentenmaskerades in het begin van de twintigste eeuw.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsMaskerade, studentenmaskerade, Antoon Molkenboer, negentiende eeuw, twintigste eeuw, toegepaste kunst, artistieke ensembles, ensemblefeesten, lustrum, lustrumfeesten, optocht, historische handeling, living history, kostuums, studenten, Groningen, Leiden, Utrecht, Delft.
dc.subject.courseuuKunstgeschiedenis
dc.thesis.id10017


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record