Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVis, Barbara
dc.contributor.authorGeurink, Nathan
dc.date.accessioned2022-07-29T00:00:59Z
dc.date.available2022-07-29T00:00:59Z
dc.date.issued2022
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/42025
dc.description.abstractNa de decentralisatie van de jeugdzorg, WMO en participatiewet in 2015 hebben veel gemeenten te maken gehad met tekorten in het sociale domein, doordat de bijdrage vanuit de Rijksoverheid voor veel gemeenten niet de kosten dekte. Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren daarom bezuinigingen doorgevoerd of hun reserves aangesproken. Het vergroten van de inkomsten door belastingtarieven van gemeentelijke belastingen te verhogen is een beperkt gebruikte optie om tekorten mee te compenseren, omdat gemeentelijke belastingen maar goed zijn voor een klein deel van de inkomsten van Nederlandse gemeenten. Wanneer een gemeente een tekort wil opvangen door meer belastinginkomsten, dan zal het de belastingtarieven daarom al snel relatief stevig moeten verhogen. In de gemeente Opmeer werd het tarief voor de onroerendezaakbelasting in 2021 bijvoorbeeld met 41% verhoogd om de tekorten in de jeugdzorg en WMO op te vangen, nadat de gemeente in de jaren daarvoor haar reserves al had aangesproken en zoveel had bezuinigd dat belangrijke faciliteiten nog net niet hoefden te worden gesloten. Uiteindelijk heeft in 2021 een arbitragecommissie bepaald dat het kabinet de rijksbijdrage aan de gemeentelijke uitvoering van de jeugdzorg in ieder geval structureel en fors moet verhogen. In de zeven jaar tussen de decentralisatie en de forse structurele verhoging van de rijksbijdrage aan het sociaal domein hebben gemeenten echter veel reserves aangesproken en bezuinigingen doorgevoerd. Het is de vraag hoe dit in de toekomst zou kunnen worden voorkomen. In Nederland is er in vergelijking met een land als Zwitserland nog veel ruimte om de fiscale autonomie te vergroten. Hoe meer fiscale autonomie decentrale overheden hebben, hoe meer ze zelf kunnen bepalen welke soort belastingen ze heffen en welke tarieven ze daarbij hanteren. Uit eerder onderzoek is al gebleken dat het decentraliseren van fiscale autonomie niet leidt tot een concurrentiestrijd tussen overheden in het verlagen van belastingen, maar dat er variatie zit in de belastingtarieven, waardoor ze meer zelf kunnen bepalen hoe ze tekorten compenseren. Voor Nederlandse gemeenten zou meer fiscale autonomie dus een interessante mogelijkheid kunnen zijn die tot meer stabiliteit van inkomsten en uitgaven zou kunnen leiden. In dit onderzoek is de stabiliteit van de inkomsten- en uitgavenposten van Nederlandse gemeenten rond de decentralisatie van 2015 daarom vergeleken met de stabiliteit van de inkomsten- en uitgavenposten van Zwitserse kantons rond de decentralisatie van het speciaal onderwijs in 2008 aldaar. De stabiliteit is in dit onderzoek gedefinieerd als de gemiddelde jaarlijkse verandering van het budget ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit is berekend voor de totale uitgaven, het budget voor het gedecentraliseerde beleidsdomein, de budgetten voor de andere beleidsdomeinen en de totale inkomsten. Uit de data-analyse blijkt dat de fiscale autonomie de stabiliteit van inkomsten- en uitgavenposten rond een decentralisatie in dit onderzoek niet significant heeft vergroot. Voor de totale uitgaven had de fiscale autonomie zelfs een significant negatief effect op de ontwikkeling van de budgettaire stabiliteit, al was dit effect maar klein. Bij de budgetten voor de andere beleidsdomeinen dan het gedecentraliseerde beleidsdomein wees het verschil tussen de Nederlandse gemeenten en Zwitserse kantons wel duidelijk in de richting van een betere ontwikkeling van de stabiliteit als gevolg van meer fiscale autonomie, maar dit verschil was niet significant groot. De resultaten van dit onderzoek bieden dus geen aanleiding om Nederlandse gemeenten meer fiscale autonomie te geven. Om met meer zekerheid conclusies te trekken over het effect van fiscale autonomie op de stabiliteit van inkomsten- en uitgavenposten is het echter van belang om meer onderzoek hiernaar te doen. Dit onderzoek kan daarbij worden gebruikt.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectEen onderzoek naar de invloed van fiscale autonomie op de stabiliteit van de totale inkomsten, totale uitgaven, en uitgaven aan specifieke beleidsdomeinen van decentrale overheden wanneer deze decentrale overheid meer taken heeft gekregen door een decentralisatie. Hierbij is de situatie van Nederlandse gemeenten rond 2015 vergeleken met de situatie van Zwitserse kantons rond 2008.
dc.titleZijn meer gemeentelijke belastingen de oplossing voor de geldnood in Nederlandse gemeenten?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsfiscale autonomie; stabiliteit; gemeentelijke financiën; decentralisatie; gemeentelijke belastingen; gemeenten; kantons;
dc.subject.courseuuBestuur en beleid
dc.thesis.id7320


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record