dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | Lak, Martijn | |
dc.contributor.author | Schaafsma, Boyke | |
dc.date.accessioned | 2022-07-28T00:00:33Z | |
dc.date.available | 2022-07-28T00:00:33Z | |
dc.date.issued | 2022 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/41959 | |
dc.description.abstract | In de historiografie over de terugkeer van Holocaustoverlevenden werd gesteld dat de
Nederlandse Joden kil en onvriendelijk door de samenleving en overheid waren ontvangen.
Tevens zou er in kranten weinig tot geen aandacht zijn besteed aan de Joodse
oorlogsslachtoffers. Dit onderzoek is uitgevoerd met het doel te achterhalen hoe de Nederlandse
bevolking over de concentratiekampen en het unieke Joodse slachtofferschap was geïnformeerd
en of er inderdaad weinig tot niets over de Joodse slachtoffers was geschreven. De vraag die in
dit onderzoek centraal staat luidt: ‘Hoe werden Nederlanders tussen 5 mei en 31 december 1945
door Het Parool, Trouw en De Waarheid geïnformeerd over het lot van de Nederlandse Joden
in de concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog?’
Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een historische discoursanalyse op basis
van 180 krantenartikelen uit de voormalige verzetskranten Het Parool, Trouw en De Waarheid.
De artikelen zijn geselecteerd op hun verwijzingen naar concentratiekampen en/ of Joden. De
analyse van de artikelen is ten eerste gebaseerd op hoe de concentratiekampen werden
beschreven en welke aspecten de meeste aandacht kregen. Ten tweede is het gebaseerd op hoe
vaak en op welke wijze de kranten over de Joodse oorlogsslachtoffers hebben geschreven.
Het resultaat van het onderzoek was dat vanaf juni uitgebreid over de
concentratiekampen werd geschreven en dat de kranten door middel van gruwelijke details en
versterkend taalgebruik hun ontzetting en de onbevattelijkheid aan de lezers probeerde duidelijk
te maken. Tevens bleek dat de voormalige verzetskranten, in tegenstelling tot wat in de
historiografie wordt geschreven, Joden vaak specifiek hebben genoemd in verband met de
concentratiekampen en dat er toen ook al goede schattingen over het aantal Joodse slachtoffers
bekend waren. Dit betekent dat de Nederlandse bevolking al vanaf juni 1945, door de krant te
lezen, te weten kon komen wat Joodse oorlogsslachtoffers in de concentratiekampen hadden
doorgemaakt. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.language.iso | NL | |
dc.subject | In deze MA-Thesis wordt onderzocht op welke manier Het Parool, Trouw en De Waarheid, na de oorlog schreven over het lot van Nederlandse Joden tijdens de Holocaust. In de historiografie wordt vaak geschreven dat er in de media weinig tot geen aandacht was voor de Joden. Dit onderzoek toont op basis van 180 naoorlogse krantenberichten aan dat er wel degelijk over de Joden in de concentratiekampen werd geschreven en dat de realiteit dus genuanceerder lag. | |
dc.title | Meer dan piepkleine berichtjes | |
dc.type.content | Master Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.courseuu | History of Politics and Society | |
dc.thesis.id | 6934 | |