Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVan Rietbergen, Dr. A.
dc.contributor.authorPutz, J.M.
dc.date.accessioned2021-08-25T18:00:32Z
dc.date.available2021-08-25T18:00:32Z
dc.date.issued2021
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/41203
dc.description.abstractIn 2018 wijzigde de Rijksoverheid de wetgeving met betrekking tot het energielabel van kantoorgebouwen. De nieuwe wet schrijft voor dat alle kantoorgebouwen vanaf 1 januari 2023 minimaal moeten voldoen aan het energieprestatiecertificaat (EPC) C. Gebouwen die niet aan dit vereiste voldoen worden gesloten. Dit onderzoek kijkt naar de mogelijke effecten die deze duurzaamheidsmaatregel heeft op de Utrechtse kantorenmarkt. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: ’Welk effect hebben striktere milieueisen op de toekomst van kantoorgebouwen in Utrecht?’ Hierbij kijkt het onderzoek naar mogelijke prijseffecten op kantoorgebouwen, ontwikkelingen op het gebied van leegstand en effecten op het herbestemmen van kantoorgebouwen. Tot slot gaat dit onderzoek in op de mogelijke verschillen tussen institutionele beleggers en private investeerders op het gebied van duurzaamheid. Om deze effecten te onderzoeken is er gebruik gemaakt van een marktonderzoek dat is gecombineerd met diverse interviews met experts uit de vastgoedwereld. Hierbij is de kwantitatieve data voorzien van verdere uitleg en onderbouwing vanuit de menselijke factor. Uit het onderzoek blijkt dat een EPC invloed heeft op de huurwaarde van een kantoorgebouw. Een hoog EPC zorgt voor een hogere huuropbrengst. Het blijkt wel dat gebouwen zonder EPC, zijnde monumenten gelegen op een gewilde locatie, een gemiddeld hogere marktwaarde hebben. Hieruit kan geconcludeerd worden dat locatie en uitstraling nog steeds van groot belang zijn. De factor duurzaamheid heeft zodoende een secundaire rol. Verder komt naar voren dat de dreigende sluiting van kantoren geen verhoogde leegstand met zich mee gaat brengen doordat de kantorenvoorraad in hoog tempo verduurzaamd en zodoende grotendeels voldoet aan de gestelde eisen. Mede als gevolg hiervan verwachten de respondenten ook geen vergrote herbestemmingsmogelijkheden. Tot slot worden diverse verschillen waargenomen in het gedrag tussen private- en institutionele partijen als het gaat om duurzaamheid. Het risico op sluiting is voor beide partijen de voornaamste investeringsgrond, terwijl imago voornamelijk voor de institutionele partijen als reden wordt gegeven. Alhoewel sommige onderzoeken anders suggereren blijken beide partijen daadwerkelijk veel bezig te zijn met duurzaamheid. De toekomst van de Utrechtse kantorenmarkt ziet er gunstig uit. De markt is drukdoende om te verduurzamen met als gevolg dat er gelimiteerde negatieve gevolgen verwacht worden. Wel adviseert dit onderzoek een meer integrale graadmeter als het gaat om het meten van duurzaamheid omdat is gebleken dat de huidige methode enigszins beperkt en discutabel is.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1052832
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDuurzaamheid op de Utrechtse kantorenmarkt
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuHuman Geography


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record