Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorOttenheijm, Dr. H.L.M.
dc.contributor.authorAssen, B.J. van
dc.date.accessioned2010-01-27T18:00:14Z
dc.date.available2010-01-27
dc.date.available2010-01-27T18:00:14Z
dc.date.issued2010
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/4105
dc.description.abstractIn deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar het functioneren van de offerterminologie in het discours van Hebreeen. Daarvoor vormen Heb 9:1-12 en Heb 13:11-13 het uitgangspunt. Deze teksten handelen respectievelijk over Jezus als hogepriester en als offer. Eerst zal de offerterminologie van Hebreeen zelf uiteengezet worden. Vervolgens wordt deze offerterminologie geplaatst tegen de achtergrond van de offerterminologie in de Tenach. Ook worden relevante teksten uit de Umwelt bestudeerd die voor een beter begrip van de offerterminologie van Hebreeen relevant kunnen zijn. Tot slot wordt gekeken naar de implicaties van de offerterminologie van Hebreeen voor de ecclessiologie.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent440799 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleNu wij dan een hogepriester hebben... Een onderzoek naar de offerterminologie van Hebreeen op basis van Heb 9:11-12 en Heb 13:11-13
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordshogepriester, offer, verbond, verzoening, zondeoffers,
dc.subject.courseuuTheologie en kerkelijke gemeente


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record