dc.description.abstract | Eind jaren zestig ontstond gelijktijdig met de opkomst van de tweede feministische golf een beweging voor de vrouwenhulpverlening gericht op de ontwikkeling en verbetering van psychische en fysieke gezondheidszorg voor vrouwen. Het voornaamste uitgangspunt was dat de achtergestelde positie van vrouwen ten opzichte van mannen zorgde voor vrouwspecifieke problemen, waar de algemene gezondheidszorg niet voldoende aandacht aan schonk. Binnen de psychiatrische hulpverlening bracht dit ook veranderingen teweeg. Vrouwspecifieke levensgebeurtenissen, klachten en overlevingsstijlen werden meer erkend. Deze nieuwe inzichten vormden de aanleiding voor de ontwikkeling van vrouwvriendelijke en feministische therapie. Eind jaren zeventig werden FORT-groepen en vrouwenhulpverleningsstichtingen zoals Balsemien en De Maan opgestart. Binnen vrouwvriendelijke therapie werd de maatschappelijke positie van vrouwen meegenomen en bij feministische therapie kwamen de cliënt en behandelaar daarnaast samen tot een diagnose en behandelplan. Vanaf de jaren tachtig kwam er meer aandacht vanuit de overheid voor de integratie van vrouwvriendelijke hulpverlening in de bestaande gezondheidszorg. Tegen het einde van de jaren negentig nam de aandacht voor vrouwenhulpverlening weer af. Dit is terug te zien in de afname van het begrip in de media, al is dit gedeeltelijk te verklaren door de verschuiving van de term ‘vrouw’ naar ‘sekse’. Er kwam meer aandacht voor verschillen binnen de vrouwenbeweging. Ook stopten de subsidies en aandacht vanuit de overheid eind jaren negentig door bezuinigingen. | |