Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHermens, N.
dc.contributor.authorHofmeijer, M.
dc.date.accessioned2018-12-10T18:00:32Z
dc.date.available2018-12-10T18:00:32Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/40876
dc.description.abstractVeilig sporten wil iedereen, toch komen er nog regelmatig onveilige situaties voor in de sport. Fysiek geweld naar tegenstanders of naar de scheidsrechters, verbaal geweld door ouders en/of sporters, vandalisme, en ook seksueel grensoverschrijdend gedrag. In 2016 werd de sportwereld, niet voor het eerst, wakker geschud door openbaringen van Engelse ex-profvoetballers die in de jeugd meerdere malen ervaringen hebben gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Seksueel grensoverschrijdend gedrag komt in de hele maatschappij voor: op de werkvloer, in de katholieke kerk en dus ook op de sportvereniging. Er worden echter weinig meldingen gemaakt van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook in de sport worden weinig meldingen gemaakt, terwijl gesteld wordt dat één op de acht kinderen/jongeren in de sport te maken heeft of heeft gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Om te achterhalen hoe het kan dat er weinig meldingen gemaakt worden, zijn er verschillende geledingen van drie sportverenigingen in een grote Nederlandse stad bevraagd. Dit zijn vertrouwenscontactpersonen, bestuursleden, sporters en vrijwilligers. Het onderzoek geeft antwoord op de volgende hoofdvraag: ‘Hoe kijken de verschillende geledingen binnen sportverenigingen (vertrouwenscontactpersonen, bestuur, sporters en vrijwilligers) aan tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag op sportverenigingen en wat zijn de consequenties voor het (niet) melden hiervan door leden, trainers, bestuurders en vrijwilligers?’ Om de hoofdvraag te beantwoorden hebben er in dit onderzoek twaalf semigestructureerde interviews inclusief drie casussen plaatsgevonden bij drie sportverenigingen. Er is gekozen om verschillende geledingen te bevragen om vanuit verschillende perspectieven antwoord te krijgen op de hoofdvraag en om te zien of er verschillen zijn tussen de verschillende geledingen. Uit dit onderzoek blijkt dat er een duidelijke tweedeling is rondom de definitie van seksueel overschrijdend gedrag. Enerzijds geven bestuursleden en vertrouwenscontactpersonen aan dat deze definitie persoonsafhankelijk is: wat de één als seksueel grensoverschrijdend ervaart, kan de ander als normaal bestempelen. Anderzijds schalen sporters en vrijwilligers seksueel grensoverschrijdend gedrag onder ongewenste fysieke aanrakingen of grapjes. Daarnaast blijken sporters en vrijwilligers niet altijd op de hoogte van beleid wat er op deze sportverenigingen gehanteerd wordt rondom het Veilig Sportklimaat en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Respondenten noemen verschillende redenen om seksueel grensoverschrijdend gedrag wel of niet te melden. Om de stap te zetten naar het maken van een melding zou bekendheid over het bestaande beleid op deze sportverenigingen op het gebied van seksueel grensoverschrijdend gedrag van belang kunnen zijn. Ook lijkt het van belang te weten hoe en bij wie een melding gemaakt kan worden. De persoon die de melding aanneemt moet laagdrempelig te benaderen zijn, maar moet ook betrouwbaar, zichtbaar en veel aanwezig zijn op de vereniging. Naar aanleiding van dit onderzoek kunnen drie belangrijke conclusies getrokken worden. De eerste conclusie is dat er geen eenduidige definitie lijkt van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een tweede conclusie is dat seksueel grensoverschrijdend geen onderwerp lijkt waar op de onderzochte verenigingen over gesproken wordt. Het is geen onderwerp van gesprek, sporters en vrijwilligers zijn vaak niet op de hoogte van het beleid dat hun vereniging heeft op dit thema. Als derde kan geconcludeerd worden dat er op dit moment weinig gevallen gemeld worden, ook in dit onderzoek zijn er weinig gevallen aan het licht gekomen. Bij de gevallen die in dit onderzoek naar voren gekomen zijn is een melding gemaakt wanneer er sprake was van het verspreiden van naaktfoto’s, wanneer pupillen de stap maakten om het bespreekbaar te maken bij de ouders en/of het bestuur of wanneer bestuursleden zelf signalen opvingen van leden. Het antwoord op de hoofdvraag is dat verschillende geledingen binnen sportverenigingen verschillend aankijken tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Er wordt niet over seksueel grensoverschrijdend gedrag gesproken en over het beleid dat gehanteerd wordt op deze sportverenigingen rondom het Veilig Sportklimaat heerst onduidelijkheid. De consequentie van deze processen is dat er op deze verenigingen nauwelijks meldingen binnenkomen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1110706
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleLet's talk about sex...
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsSeksueel grensoverschrijdend gedrag, sportvereniging, melden
dc.subject.courseuuSportbeleid en sportmanagement


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record