Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSlobbe, Dr. M.G. van
dc.contributor.authorKersjes, K.C.
dc.date.accessioned2021-08-13T18:00:45Z
dc.date.available2021-08-13T18:00:45Z
dc.date.issued2021
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/40827
dc.description.abstractDit onderzoek richt zich op het besluitvormingsproces en de betekenissen vanuit de betrokken actoren rondom de stop van de cofinanciering van de Nederlandse talentontwikkeling. De huidige talentontwikkeling is zo ingericht dat een talent zich eerst bij een regionaal trainingscentrum (RTC) kan ontwikkelen, daarna bij een nationaal trainingscentrum (NTC) en uiteindelijk op Papendal. De RTC’s werden gecofinancierd door NOC*NSF. Deze cofinanciering van €5000 per RTC gaf impliciete erkenning aan de trainingscentra. Door deze erkenning investeerden de gemeente en provincie ook mee. De cofinanciering wordt in 2021 stopgezet. Hierdoor lijkt er indirect een centralisatie van de Nederlandse talentontwikkeling plaats te gaan vinden, aangezien de gemeente en provincie door het wegvallen van de erkenning ook dreigen te stoppen met de financiering van de RTC’s. In 2014 startte de Judobond een centralisatietraject, wat inhoudt dat de regionale centra wegvallen en de sporters nog maar op een aantal plekken kunnen trainen. Dit traject heeft tot veel discussie geleid en is in 2016 tot een halt geroepen. Er zijn vanuit het werkveld veel geluiden te horen over de implicaties die een dergelijke centralisatie zou veroorzaken. Zo zou er werkgelegenheid en kennis verloren gaan, omdat de RTC’s om zouden vallen en de kennis van de mensen die daar werken niet meer ingezet kan worden. Zonder de erkenning vanuit NOC*NSF verwachten de actoren uit het werkveld dat de rest van de financiering van de regionale talentontwikkeling ook stopt. Bij het wegvallen van de regionale trainingscentra (RTC) worden de reis- en verblijfkosten, die nu vaak al een drempel vormen voor de talenten, alleen maar hoger. Daarom is de verwachting dat nog meer talenten af gaan haken. Is de keuze om te stoppen met de cofinanciering van de regionale talentontwikkeling wel rationeel wanneer juist de kwaliteit van de opleiding van talenten omlaag lijkt te gaan. Welke beweegredenen liggen ten grondslag aan de keuze om te stoppen met de cofinanciering van de regionale talentontwikkeling? Met de institutionele theorie en de wetenschappelijke kennis rondom interorganisatorische- en machtsverhoudingen is gezocht naar inzicht in het besluitvormingsproces over de keuze om te stoppen met de cofinanciering van de Nederlandse talentontwikkeling. De resultaten vanuit de elf semigestructureerde interviews met NOC*NSF, provinciale topsport-organisaties, sportbonden en RTC’s zijn geanalyseerd aan de hand van de bestudeerde literatuur. Er bevinden zich veel actoren in de institutionele omgeving van de talentontwikkeling in de georganiseerde Nederlandse sport. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) krijgt van het NOC*NSF advies over het te voeren topsportbeleid. Het NOC*NSF voert het sportbeleid uit én verdeelt het geld. De sportbonden zijn afhankelijk van de financiële middelen vanuit NOC*NSF. De NTC’s en de RTC’s zijn afhankelijk van het budget vanuit de sportbonden. Door de afhankelijkheid van het geld moeten de sportbonden voldoen aan de voorwaarden die aan de verstrekte middelen zijn verbonden. Hierdoor gaan de sportbonden qua doelstellingen en structuur ook steeds meer op elkaar. Ondanks de argumenten tegen de stop van de cofinanciering, onder andere de meerwaarde van de regionale talentontwikkeling en de extra financiële middelen die door de cofinanciering ten behoeve van de topsport worden opgehaald, lijken de afhankelijke actoren geen vuist te kunnen maken tegen vooral NOC*NSF. De regionale talentontwikkeling, die als basis gezien wordt van de huidige talentontwikkelingsstructuur, dreigt weg te vallen. Dit leidt volgens de respondenten tot een opleidingsprogramma met minder kwaliteit en een kleinere poule van talenten. Het gevoerde besluitvormingsproces werd door NOC*NSF als democratisch en transparant beschreven, maar werd het door de verschillende respondenten niet zo ervaren. De machtsverhoudingen in deze institutionele omgeving tonen aan dat de actoren met de meeste machtsmiddelen, zoals geld, kennis, tijd, leden en ervaring, ondanks tegenspraak, de keuze in de desbetreffende institutionele omgeving kunnen maken. Door het bezit van deze middelen kunnen de machtige actoren, zoals NOC*NSF en het VWS, invloed uitoefenen op de afhankelijke actoren. Hierdoor kan er invloed op de strategie van de afhankelijke sportbonden uitgeoefend worden. Deze bevindingen sluiten aan bij de theorie over machtsverhoudingen, die aangeven dat afhankelijke organisaties onder druk gezet kunnen worden om bepaalde doelen te behalen en daardoor autonomie en zeggenschap verliezen. De machtsverhoudingen hebben invloed gehad op het besluitvormingsproces en daarom heeft het NOC*NSF de keuze om te stoppen met de cofinanciering van de regionale talentontwikkeling, ondanks de tegenspraak van de sportbonden en de provinciale topsportorganisaties, kunnen maken. Het is belangrijk om te noemen dat in dit interpretatieve onderzoek met voornamelijk middelgrote en kleine sportbonden is gesproken en zij in het bijzonder afhankelijk zijn van de financiële middelen en de daarbij behorende erkenning van NOC*NSF en het VWS. Door de grotere sportbonden te interviewen kan het besluitvormingsproces nog beter inzichtelijk gemaakt worden.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1233398
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleNiet bijten in de hand die u voedt. Een kwalitatief onderzoek naar de betekenissen van het besluitvormingsproces met betrekking tot de keuze om te stoppen met de cofinanciering van de regionale talentontwikkeling
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsInstitutionele theorie, regionale talentontwikkeling, interorganisatorische machtsverhoudingen, machtsmiddelen, legitimiteit, besluitvormingsproces.
dc.subject.courseuuSportbeleid en sportmanagement


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record