Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBaerveldt, C.
dc.contributor.authorCurie, K.S.M.
dc.contributor.authorDaelen, M.M. van
dc.contributor.authorDekker, C.S.
dc.contributor.authorFaddegon, M.
dc.date.accessioned2018-09-27T17:01:43Z
dc.date.available2018-09-27T17:01:43Z
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/40776
dc.description.abstractTer afsluiting van de pre-master Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken is voor de pre-master thesis onderzoek verricht binnen de gemeenten Amersfoort, Arnhem, Deventer en ’s-Hertogenbosch naar de manier waarop sportdeelname van kinderen/jongeren met een beperking wordt gestimuleerd. Het doel van dit onderzoek was om de consistentie tussen beleidsnota’s en beleidspraktijk na te gaan, waarbij speciale aandacht is uitgegaan naar activiteiten die gericht zijn op het inzetten van de sociale omgeving van kinderen/jongeren met een beperking. De resultaten van de vier gemeenten werden met elkaar vergeleken. Met behulp van interviews is onderzocht in hoeverre de praktijk overeenkomt in de manier waarop de vier gemeenten volgens de beleidsnota’s gebruik maken van de sociale omgeving van kinderen/jongeren met een beperking. Hierbij vormden de interviewtopics 1) het overtuigen van de directe omgeving van de kinderen/jongeren van het positieve van gehandicaptensport, 2) het gebruiken van steun van de omgeving ter stimulering en 3) gebruik maken van voorbeeldgedrag (rolmodellen). Conclusies uit het onderzoek zijn: 1) De gemeenten Amersfoort en ’s-Hertogenbosch blijken niet te beschikken over een overzicht in sportdeelname van het aantal sportende kinderen/jongeren met een beperking. Dit in tegenstelling tot de gemeenten Arnhem en Deventer. 2) De beleidsstukken in de vier gemeenten gaan niet specifiek over kinderen/jongeren met een beperking, maar hooguit over kinderen/jongeren in het algemeen of mensen met een beperking in het algemeen. 3) Het bereiken van kinderen/jongeren met een beperking blijkt lastig te zijn. De kinderen/jongeren worden het best bereikt via het speciaal onderwijs. Het bereiken van kinderen/jongeren via andere instellingen wordt als moeilijker omschreven door de informanten. 4) Het soort en aantal activiteiten die de vier gemeenten uitvoeren, die gericht zijn op het inzetten van de sociale omgeving van kinderen/jongeren met een beperking, verschillen niet veel van elkaar. 16 van de 29 activiteiten worden door alle vier de gemeenten uitgevoerd.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent637229
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleOnbeperkt meedoen: gehandicaptensport voor kinderen en jongeren met een beperking. Een vergelijking van het beleid in Amersfoort, Arnhem, Deventer en ’s-Hertogenbosch.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsGehandicaptensport; kinderen/jongeren; sociale omgeving; ASE-model; sporten met een beperking; gemeente Amersfoort; gemeente Arnhem; gemeente Deventer; gemeente ’s-Hertogenbosch; sportbeleid.
dc.subject.courseuuPedagogische Wetenschappen


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record