De verwerping van non-representatieve data op basis van een bestaand model binnen de paleoklimatologie.

Abstract

In deze scriptie wordt onderzocht in hoeverre de complexe empirie zoals besproken door Elizabeth Lloyd toegepast worden binnen de paleoklimatologie. Om dit te bereiken wordt eerst het begrip ‘Data’ geduid en vervolgens in twee verschillende begrippen gescheiden om zo te laten zien dat alle data uiteindelijk theoriegeladen is. Door dit kan getoond worden hoe non-representatieve data kan ontstaan en hoe deze problematisch kan zijn. Hierna wordt de paleoklimatologie gebruikt als case study om te demonsteren hoe in dit vakgebied door het gebruik van proxies veel ruimte is voor het ontstaan van non-representatieve data. Hierbij wordt ook gekeken op welke wijze er binnen dit vakgebied wordt omgegaan met deze non-representatieve data. Hieruit blijkt dat verwerping van deze data noodzakelijk is en erg zorgvuldig dient te gebeuren. De verantwoording voor deze verwerping is niet te vinden in de directe empirie. Deze stroming ziet data namelijk als een directe afspiegeling van de wereld en hierdoor zou de verwerping van data onacceptabel zijn. De complexe empirie is daarentegen wel bruikbaar voor dit proces van dataverwerping. Deze staat het toe data te verwerpen als deze niet in overeenstemming is met de huidige modellen. Om deze verwerping te behoeden voor willekeur of misbruik zijn enkele regels nodig om te bepalen wanneer verwerping acceptabel is. Hierbij is het belangrijk dat er transparant met data om wordt gegaan en dat verwerping altijd vermeld wordt. Ook is het belangrijk dat wetenschappers elkaars werk controleren op non-representatieve data of andere onregelmatigheden. Tenslotte is het belangrijk te letten op trends in de verwerping van data. Als er namelijk telkens hetzelfde wordt verworpen, dan is het mogelijk dat dit toch representatieve data is. Ter afsluiting wordt ook nog bekeken of non-representatieve data wel werkelijk data is, aangezien deze geen correcte informatie kan overbrengen. Hierbij wordt geconcludeerd dat deze oplossing juist tot veel problemen zou leiden omdat het belangrijk is dat de zorgvuldige omgang met data ook van toepassing is op non-representatieve data. Hierom wordt de notie dat non-representatieve data geen data is verworpen. Uiteindelijk wordt geconcludeerd dat de complexe empirie zoals beschreven door Lloyd veelvuldig wordt toegepast binnen de paleoklimatologie.