Verbeelding van een modern Cannae: Het Duitse dispuut over de perfecte vernietigingsslag in aanloop naar de Eerste Wereldoorlog, 1900-1913

Abstract

Bied een militair succes uit het verleden garantie voor de toekomst? Die vraag loopt als een rode draad door deze scriptie. Startpunt is de Carthaagse overwinning bij Cannae (216 voor Christus), waarbij door middel van omsingelingen en flankaanvallen een dubbel zo groot Romeins leger werd vernietigd. Was dit strijdplan bruikbaar in de Duitse strategie in aanloop naar de Eerste Wereldoorlog? Generaal Alfred von Schlieffen vond van wel. Hij zag Cannae als de perfecte methode, een tijdloos ideaal. Hij baseerde zijn oorlogsplan uit 1905 op de principes uit deze veldslag.

Tijdgenoot en historicus Hans Delbrück dacht hier anders over. Volgens hem representeerde de slag bij Cannae een uniek fenomeen dat in zijn eigen context bestudeerd diende te worden. Aan de hand van historische geschriften, ‘Die Schlacht bei Cannä’ (Delbrück) en ‘Cannae Studien’ (Schlieffen), wordt in deze scriptie onderzocht op welke manier beide mannen tussen 1900 en 1913 met elkaar van mening verschilden. De verbeelding van dit dispuut over een modern Cannae levert een bijdrage aan het historisch begrip van de Strategiestreit.