Grote Kwesties in Kleine Landen. De betrekkingen van Nederland met Finland aan het begin van de jaren zeventig

Abstract

De rol van kleine landen tijdens de Koude Oorlog is in de geschiedschrijving lange tijd over het hoofd gezien. Nieuwe literatuur betoogt echter dat kleine machten door middel van multilaterale verbanden in staat waren meer invloed uit te oefenen dan doorgaans is aangenomen. Die these wordt in deze scriptie getoetst aan de hand van een casus, het staatsbezoek van de president van de Republiek Finland Urho Kekkonen aan Nederland van 24 tot 27 oktober 1972. In die tijd onderging het buitenlandbeleid van Nederland een aantal substantiële veranderingen, terwijl Finland hetzelfde neutraliteitsbeleid bleef voeren als de decennia daarvoor. Door te onderzoeken hoe Nederland en Finland met elkaar omgingen wordt bijgedragen aan het verfijnen van het beeld van de buitenlandse politiek van kleine staten. Aan de hand van bronnen uit het Nationaal Archief wordt de omgang met drie internationale vraagstukken onder de loep genomen. Dit betreft de betrekkingen van Finland ten opzichte van de Duitse Democratische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland, de relatie van Finland met de Europese Economische Gemeenschap, en de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa.