Wordt het delinquente gedrag van adolescenten gemodereerd door de hoeveelheid tijd die ze met hun beste vriend doorbrengen?

Abstract

Achtergrond en doel: Gezien de recente stijging van delinquent gedrag onder jongeren in 2019, en omdat men niet helder in beeld heeft welke factoren bijdragen aan de ontwikkeling van delinquent gedrag onder adolescenten, is het belangrijk om dit te onderzoeken. Delinquent gedrag onder adolescenten wordt waarschijnlijk veelal gestimuleerd door vrienden. Doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of de beste vriend van een adolescent een significante rol speelt bij de ontwikkeling van delinquent gedrag. Methode: Deze studie maakt gebruik van data van het RADAR-onderzoek. Aan deze studie hebben 497 gezinnen deelgenomen waarvan de door de target adolescent ingevulde zelfrapportage delinquent gedrag en tijd doorgebracht met anderen zijn gebruikt in het huidige onderzoek. Ook de zelfrapportage delinquent gedrag van de beste vriend is gebruikt. Hierin wordt aan adolescenten en hun beste vriend gevraagd naar hun delinquente gedrag van het afgelopen jaar tijdens meerdere meetmomenten. Resultaten: Een multipele hiërarchische regressieanalyse laat zien dat de zelfrapportage delinquent gedrag van de target adolescent meetmoment één een significante voorspeller is voor zelfrapportage delinquent gedrag meetmoment twee. Echter hebben zelfrapportage delinquent gedrag meetmoment één van de beste vriend, en de hoeveelheid tijd doorgebracht met de beste vriend, geen significant effect. Conclusie: Concluderend kan gesteld worden dat de beste voorspeller van de onderzochte variabelen eerder gedrag van de target adolescent is. De invloed van de beste vriend is niet significant.