Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSpierings, B.
dc.contributor.authorBouwman, I.
dc.date.accessioned2018-11-19T18:00:38Z
dc.date.available2018-11-19T18:00:38Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/39965
dc.description.abstractIn Nederland vindt een dubbele vergrijzing plaats; het aantal ouderen en de gemiddelde levensverwachting nemen toe. Omdat ouderen vaak minder mobiel zijn, vraagt dit om meer inzicht in de dagelijkse activiteiten van ouderen. Middels dit onderzoek is er getracht om in beeld te brengen welke fysieke, sociale en persoonlijke kenmerken de dagelijkse activiteiten van ouderen van zevenzestig jaar en ouder, die woonachtig zijn in de Prinsessenflats, beïnvloeden. Dit onderzoek is uitgevoerd middels kwalitatieve interviews met bewoners van drie flats in Prinsenland. Deze interviews zijn aangevuld met algemene gesprekken met bewoners en twee focusgroepen met zowel bewoners als professionals. Om meer inzicht te krijgen in het vraagstuk is er een korte beleidsanalyse uitgevoerd naar het Rotterdamse beleid en in hoeverre de fysieke, sociale en persoonlijke kenmerken hierin worden meegenomen. Belangrijke uitkomsten zijn dat zowel de persoonlijke, sociale als fysieke kenmerken belangrijk zijn voor de dagelijkse activiteiten van de ouderen. Het is niet enkel één of twee van de kenmerken die het activiteitenpatroon beïnvloeden, maar de kenmerken moeten in relatie tot elkaar worden bekeken. Daarnaast laat dit zien dat de groep ouderen niet homogeen is, maar er altijd persoonlijke kenmerken zijn die verschil maken. Bij het ontwerpen van de fysieke omgeving moet hier rekening mee worden gehouden. Dit is des te belangrijker omdat de activiteiten voor een groot deel in de directe leefomgeving van de ouderen plaatsvindt. Het in de theorie gevonden onderscheid van optionele en noodzakelijke activiteiten voor deze groep vaag is. De ouderen worden door buren, familie en diensten ondersteund zodat ze niet noodzakelijk de deur uit hoeven. Echter voelen ze zelf wel een druk om te blijven bewegen en mee te doen in de maatschappij. Hiernaast blijken passieve activiteiten heel belangrijk te zijn en dan vooral de passieve activiteiten waarbij intergenerationeel contact is. Wanneer de ouderen op afstand kunnen blijven van de activiteit, zien zij jongeren niet als overlast, maar als interessante passieve activiteiten. Het Rotterdamse beleid doet een poging om rekening te houden met de persoonlijke kenmerken, maar het lijkt in de praktijk toch niet altijd goed te gaan. Hierbij is het vooral belangrijk dat de uitwerking van beleid in orde is en ouderen worden betrokken en geïnformeerd.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent3247481
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleActieve oude dag in Prinsenland? Kwalitatief onderzoek naar de dagelijkse activiteiten van 67-plussers uit de Prinsessenflats
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsOuderen, Langer thuis, Rotterdam, Openbare ruimte, Leeftijdsvriendelijk, Activiteiten, Go-along methode
dc.subject.courseuuHuman Geography


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record