Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorLievers, Menno
dc.contributor.authorMiddelkoop, L.C.J.
dc.date.accessioned2021-07-27T18:00:08Z
dc.date.available2021-07-27T18:00:08Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/39952
dc.description.abstractIn deze scriptie argumenteer ik dat, hoewel Heidegger en Rorty het eens zijn over de tekortkomingen van de correspondentietheorie van waarheid, Heidegger geen last heeft van de problematiek die komt met Rorty’s waarheidsopvatting. Ik start deze scriptie door een analyse te geven van Rorty’s waarheidsopvatting. Dit doe ik door Rorty’s verdediging van zijn epistemologisch behaviorisme te geven, die hij uiteenzet in Philosophy and the Mirror of Nature. Daarnaast behandel ik Rorty’s positieve claims die hij voornamelijk in latere werken presenteert. Op basis van deze karakterisering van Rorty’s positie schets ik drie kritieken die Rorty’s waarheidsopvatting problematiseren. De eerste twee komen uit Boghossians Fear of Knowledge. De eerste is de traditionele kritiek van zelfreferentiële incoherentie en de tweede, een nieuw argument van Boghossian, dat laat zien dat Rorty’s positie onbegrijpelijk is. De derde is deels ontleend aan Mounce, en gaat in tegen Rorty’s claim dat het aanhangen van zijn positie geen praktische consequenties heeft. Vanaf dit punt in mijn scriptie wil ik laten zien dat Heidegger en Rorty veel gemeen hebben in hun redenen om de correspondentietheorie van waarheid af te wijzen. Zowel Rorty en Heidegger hebben anti-representationalistische trekjes, stellen dat het sociale primaire is en denken dat de wereld wordt begrepen op basis van sociaal gegronde structuren voor het begrijpen van de wereld. Dit betekent dat, wanneer Heideggers waarheidsopvatting, die deze belangrijke aspecten deelt met Rorty, niet vatbaar is voor drie gepresenteerde kritieken, er een goed alternatief is bestaat voor Rorty’s waarheidsopvatting waarvoor het niet nodig is om de genoemde kernaspecten op te geven. Ik laat zien dat Heideggers waarheidsopvatting niet vatbaar is voor deze kritieken door alledaagse waarheid en, wat Heidegger oorspronkelijke waarheid noemt, uit elkaar te trekken. Omdat oorspronkelijke waarheid zelf geen waarheid is, maar alleen de mogelijkheidsvoorwaarde, blijft het mogelijk om alledaagse waarheid af te laten hangen van de wereld. Ik argumenteer vervolgens dat, hoewel het kennen van de wereld afhankelijk is van contingente praktijken, de waarheid van proposities niet afhankelijk is van deze contingente praktijken. Een belangrijk argument hiervoor is het fenomeen van ontwerelden. Dit laat zien dat het mogelijk is om uit een transparante omgang met de wereld te treden en in verhouding te staan met objectief aanwezige entiteiten. Tegelijkertijd laat ik zien hoe het mogelijk is om propositionele waarheid te behouden zonder dat representaties hier een rol in spelen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent911807
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleRorty en Heidegger over waarheid
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsWaarheid, Rorty, Heidegger, oorspronkelijke waarheid, relativisme, correspondentietheorie van waarheid.
dc.subject.courseuuFilosofie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record