dc.description.abstract | De sociaal-ruimtelijke ongelijkheid neemt in veel Nederlandse steden toe (Latten, 2019). Ook op het gebied van mentale gezondheid en welbevinden is sprake van ruimtelijke verschillen. Wanneer wordt uitgegaan van een buurteffect op de mentale gezondheid en het welbevinden kan sociale menging een mogelijke oplossing zijn voor de ruimtelijke ongelijkheden. Echter, hoe sociale menging moet gebeuren, is in beleid vaak niet gedetailleerd beschreven, terwijl wetenschappers juist pleiten voor specifiek sociaal mengbeleid (Kleinhans, Veldboer & Duyvendak, 2019). Dit houdt in dat in beleid duidelijk moet zijn op welke bewonerskenmerken gemengd moeten worden, op welk geografisch schaalniveau en in welke verhoudingen menging moet plaatsvinden.
Dit onderzoek beschrijft en benoemd deze onderdelen expliciet. Hierdoor kunnen gemeenten hun beleid specifieker maken en meer onderbouwen, waardoor advisering en uitvoering van beleid mogelijk gemakkelijker en geslaagder verlopen. Bij dit onderzoek is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: hoe kan menging bijdragen aan de mentale gezondheid en het welbevinden van bewoners en in hoeverre komt dit overeen met beleid in de praktijk? Hiermee wordt bedoeld: op welke kenmerken moet menging plaatsvinden, op welk geografisch schaalniveau moet menging nagestreefd worden en in welke verhoudingen moet gemengd worden? En in hoeverre komen wetenschappelijke bevindingen overeen met beleid?
Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, is een scoping review uitgevoerd. Vervolgens zijn interviews afgenomen met respondenten van verschillende Nederlandse gemeenten over het sociaal mengbeleid van de gemeente waar zij werkzaam zijn. Op basis van de scoping review en de interviews kan worden geconcludeerd dat sociale menging kan bijdragen aan de mentale gezondheid en het welbevinden door te focussen op wijk- of buurtniveau en te kiezen om bewoners met kleine verschillen te mengen. Hierbij kan het een goed idee zijn om te streven naar homogene buurten op basis van leefstijl zodat de verschillen tussen buurtbewoners klein worden gehouden en indirect sociale menging plaatsvindt. Daarnaast bleek dat verhoudingen voor menging per stedelijke context verschillen. Ook bleek het lastig om in de praktijk rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van niet-lineaire buurteffecten, terwijl dat volgens de wetenschap wel belangrijk is. Bovendien komen de wetenschap en beleid in de praktijk niet altijd overeen. Er is dus enigszins sprake van een kloof tussen wetenschap en beleid. Bovendien bleek sprake van een kloof tussen beleid en beleidsmakers. Zo is beleid niet specifiek maar beleidsmakers zouden graag zien dat beleid specifieker wordt. Op basis hiervan wordt gemeenten aanbevolen hun sociaal mengbeleid specifieker te maken. Dit houdt in dat duidelijk moet zijn op welk schaalniveau menging moet plaatsvinden, op welke bewonerskenmerken gemengd moet worden en in welke verhoudingen sociaal gemengd moet worden. Daarnaast zouden gemeenten meer gebruik kunnen maken van wetenschappelijke bevindingen. Tegelijkertijd is belangrijk dat in wetenschappelijk onderzoek rekening wordt gehouden met wat in de praktijk mogelijk is.
Eventueel vervolgonderzoek kan zich verder focussen op in hoeverre gemeenten met sociaal mengbeleid invloed kunnen uitoefenen op de mentale gezondheid en het welbevinden. Ook wordt verder onderzoek naar de invloed van verschillende verhoudingen voor sociale menging en de invloed van die verhoudingen op buurten en buurtbewoners aanbevolen, omdat deze (nog) niet duidelijk zijn. Daarnaast kan vervolgonderzoek ingaan op de mogelijke aanwezigheid van niet-lineaire buurteffecten, de mechanismen en processen die hiermee te maken hebben en de invloed van niet-lineaire buurteffecten op sociaal mengbeleid en de mentale gezondheid en het welbevinden. Bovendien kan vervolgonderzoek ingaan op de toevoeging van sociale ingrepen op fysieke ingrepen. Wanneer dit duidelijk is, kunnen gemeenten sociale menging multidisciplinair benaderen. | |
dc.subject.keywords | sociale menging, mentale gezondheid, welbevinden, buurteffecten, niet-lineaire buurteffecten, geografisch schaalniveau, verhoudingen, bewonerskenmerken, kloof wetenschap en beleid | |