Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHam, Laurens
dc.contributor.advisorBesamusca, Emmeline
dc.contributor.authorHeuts, P.P.A.
dc.date.accessioned2021-07-17T18:00:12Z
dc.date.available2021-07-17T18:00:12Z
dc.date.issued2021
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/39756
dc.description.abstractIn dit onderzoek wordt de ontwikkeling van framing van moslims en de islam in de vier grootste Nederlandse kranten onderzocht. Hoewel de Nederlandse samenleving zich heeft ontwikkeld, blijft de rol van moslims en de islam in Nederland een vaak terugkerend onderwerp van debat. Daarom is het relevant te onderzoeken of de beeldvorming van deze groep zich mee ontwikkelt over de jaren. Deze framinganalyse wordt uitgevoerd door een vergelijking te trekken tussen twee historische casussen: de Salman Rushdie-casus (1989) en de Charlie Hebdo-casus (2015). Deze twee casussen zijn vergelijkbaar omdat ze beide een achtergrond hebben in een kunstvorm (de publicatie van de roman De Duivelsverzen in de Rushdie-casus en Mohammed-cartoons in de Hebdo-casus), zich beide buiten Nederland afspelen en beide resulteerden in grootschalige maatschappelijke onrust en (dreiging met) geweld door moslims. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: hoe verschilt de framing van moslims in berichtgeving in de vier grootste Nederlandse dagbladen over de Salman Rushdie-casus (1989) en de Charlie Hebdo-casus (2015)? Voor deze framinganalyse zijn in totaal 191 artikelen gelezen, waarin tien soorten frames zijn herkend. Vijf daarvan waren vooraf opgesteld op basis van het onderzoek van Semetko en Valkenburg (2000): het conflictframe, het human interestframe, het economische consequentieframe, het moraliteitsframe en het verantwoordelijkheidsframe. De andere vijf gevonden framesoorten zijn het stigmatiseringsframe, het etnocentrismeframe, het vrijheid van meningsuiting-frame, het vrijheid van religie-frame en het vrijheid van kunst-frame. Dit zijn zogenaamde “onderwerpspecifieke” frames, wat inhoudt dat deze niet uit een vooraf opgestelde lijst kwamen. Het etnocentrismeframe en het stigmatiseringsframe worden echter in de literatuur ook door o.a. Shadid (2009) beschreven. Frames zijn al dan niet toegekend middels een aantal ja/nee-vragen per frame, op basis van de vragenlijst van Semetko en Valkenburg (2000). Een frame wordt toegekend als ten minste de helft van de ja/nee-vragen met ‘ja’ is beantwoord. Na deze toekenning zijn de aantallen frames omgerekend in percentages, zodat resultaten per krant en per casus vergelijkbaar waren. Het belangrijkste resultaat is de ontwikkeling van het aantal herkende vrijheid van meningsuiting-frames, dat veel vaker wordt herkend in 2015 dan in 1989. Dit gaat ten koste van het aantal herkende vrijheid van religie-frames, dat juist veel minder vaak wordt herkend. Dit is een mogelijk gevolg van de toegenomen waarde die nieuwsmakers en nieuwsconsumenten hechten aan waarden die door politici als Pim Fortuyn als “typisch Nederlands” worden gepresenteerd, zoals de vrijheid van meningsuiting. Een ander opvallend resultaat is het gebrek aan ontwikkeling in het conflictframe, dat een sterke constante factor vormt in beide casussen. Zowel in 1989 als in 2015 wordt dit frame met afstand het vaakst herkend, wat er op wijst dat er geen duidelijke toe- of afname is in het aantal keren dat moslims of de islam in verband worden gebracht met conflicten.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent503943
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleJe suis Rushdie: Een onderzoek naar framing van moslims en de islam in Nederland op basis van twee historische casussen.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsframing, frame, framinganalyse, moslims, islam, Rushdie, Hebdo, beeldvorming
dc.subject.courseuuNeerlandistiek


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record