Suïcidaal gedrag onder jongeren uit de algemene Nederlandse bevolking en klinisch depressieve jongeren, het veranderen van dit gedrag middels CGT en de mediërende rol van rumineren

Abstract

Introductie: Suïcide is wereldwijd de meest voorkomende doodsoorzaak onder jongeren. Zowel depressie als rumineren zijn gerelateerd aan suïcidale gedachten. Cognitieve gedragstherapie (CGT) blijkt effectief in het verminderen van depressieve symptomen en indirect in het verminderen van suïcidale symptomen. Methode: Het huidige onderzoek gebruikt data uit eerder cross-sectioneel onderzoek naar depressieve symptomen bij klinisch depressieve jongeren en jongeren uit de algemene Nederlandse bevolking. Het combineren van de data resulteert in een algemene groep van 685 jongeren en een klinisch depressieve groep van 63 jongeren die werden doorverwezen voor behandeling voor hun depressieve stoornis. Van de klinisch depressieve groep, hebben 35 jongeren vragenlijsten ingevuld voorafgaand en na de CGT behandeling. De vragenlijsten meten depressieve symptomen (CDI-2), rumineren (CERQ) en suïcidale gedachten en gedragingen (SRT). De onderzoeksvragen zijn getoetst met ANOVA’s, gepaarde t-tests en mediatieanalyses in PROCESS. Resultaten: Jongeren uit de klinisch depressieve groep rapporteerden significant meer depressieve symptomen, suïcidale gedachten en suïcide plannen in vergelijking met jongeren uit de algemene Nederlandse bevolking. Daarnaast werd in de klinische depressieve groep een significante afname van zowel depressieve symptomen als suïcidale gedachten na CGT gevonden. Rumineren blijkt geen mediator in de relatie tussen depressieve symptomen en suïcidale gedachten voor CGT en na CGT. Conclusie en discussie: Zowel jongeren uit de algemene Nederlandse bevolking als depressieve jongeren hebben suïcidale gedachten. Vandaar dat het belangrijk is om vroegtijdig suïcidepreventie in te zetten en passende behandeling te bieden, gericht op het voorkomen van suïcidaal gedrag en het verminderen van suïcidale gedachten.