Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBreda-Verduijn, H van
dc.contributor.authorBouman, E.M.I.
dc.date.accessioned2009-12-04T18:00:19Z
dc.date.available2009-12-04
dc.date.available2009-12-04T18:00:19Z
dc.date.issued2009
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/3955
dc.description.abstractSamenvatting In de nieuwe kenniseconomie is de relatie tussen werknemer en werkgever veranderd. De ongeschreven relatie tussen werknemer en werkgever wordt ook wel het psychologisch contract genoemd. In dit contract kan er sprake zijn van een balans en een disbalans. Volgens de social exchange theory (Blau, 1964) zou een balans in het psychologisch contract moeten leiden tot commitment en ontwikkeling bij werknemers. Zowel de werkgever als de werknemer kan veel of weinig investeren in het psychologisch contract wat leidt tot vier mogelijke vormen: wederzijdse hoge investering, werknemer overinvestering, werknemer onderinvestering en wederzijdse lage investering. De nieuwe kenniseconomie heeft niet alleen gevolgen gehad voor de werkgever-werknemer relatie maar ook voor organisaties als geheel. Het is steeds belangrijker dat organisaties in staat zijn om te leren. De meest optimale vorm hiervan is een lerende organisatie. In een lerende organisatie wordt continu gestreefd naar verandering bij individuen (werknemers), groepen en de organisatie als geheel. Een werknemer die zich ontwikkelt, zou ook de organisatie als geheel ten goede kunnen komen op de route naar een lerende organisatie. Daarom is onderzocht of er verschillen zijn tussen de vier vormen van het psychologisch contract ten aanzien van de mate waarin de organisatie in haar ondersteuning van het leren kenmerken vertoont van een lerende organisatie. De lerende organisatie is hierbij vertaald naar de mate van ondersteuning omdat de lerende organisatie niet bestaat. Wel is gebleken dat bepaalde ondersteuning de organisatie kan helpen om meer lerend te worden. Dit is onderzocht met een surveyonderzoek onder 158 respondenten in 6 organisaties (2 profit, 2 non-profit, 2 overheid). Per organisatie hebben ongeveer twintig medewerkers een gesloten vragenlijst ingevuld. Uit een enkelvoudige ANOVA blijkt dat de vier vormen van het psychologisch contract van elkaar verschillen. Dit verschil kan worden toegeschreven aan een verschil tussen de werknemer overinvestering en werknemer onderinvestering en tussen werknemer onderinvestering en wederzijdse lage investering. De gevonden resultaten komen niet overeen met eerder onderzoek. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door de huidige economische recessie waardoor de baanonzekerheid groter is en werknemers andere verwachtingen hebben van hun werkgever.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent287360 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleInvesteren en leren als organisatie
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsPsychologisch contract
dc.subject.keywordslerende organisatie
dc.subject.keywordssociale exchange theory
dc.subject.courseuuOnderwijskundig ontwerp en advisering


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record