De Invloed van Etniciteit en Geslacht van het Kind op de Herkenning door Hulpverleners van een Gegeneraliseerde Angststoornis bij Kinderen

Abstract

In de eerstelijnszorg wordt een Gegeneraliseerde Angststoornis (GAD) slecht herkend door hulpverleners. Wanneer symptomen niet worden herkend als indicatoren voor mogelijke GAD tijdens het eerste contact met de hulpverlener wordt het diagnostische proces hoogstwaarschijnlijk niet gestart. Verschillende demografische kenmerken zoals etniciteit en geslacht spelen een rol in de herkenning van psychische problemen door hulpverleners. Tot op heden is weinig onderzoek verricht naar hoe demografische kenmerken van kinderen de herkenning van hulpverleners op GAD beïnvloeden. In het huidige onderzoek is daarom nagegaan of de herkenning van GAD door hulpverleners bij kinderen wordt beïnvloed door de etniciteit en geslacht van het kind en of er sprake is van een interactie-effect van etniciteit en geslacht op de herkenning. Verschillende hulpverleners hebben 512 online casussen beoordeeld waarin Nederlandse, Marokkaanse en Turkse jongens en meisjes met GAD beschreven werden. De resultaten zijn geanalyseerd aan de hand van een binaire logistische regressie analyse. Zowel etniciteit als geslacht van het kind blijken geen rol te spelen op de herkenning van GAD. Er was echter wel sprake van een interactie-effect. Nederlandse meisjes hebben een hogere kans om herkend te worden met GAD in vergelijking met Marokkaanse meisjes, terwijl Nederlandse jongens juist een lagere kans hebben dat GAD bij hen herkend wordt in vergelijking met Marokkaanse jongens. Onderzoek in de klinische praktijk is nodig om een representatiever beeld van de werkelijkheid te krijgen. Suggesties voor vervolgonderzoek en praktische implicaties worden besproken.