De Nederlandse besluitvorming rondom UNIFIL 1979-1985: De rol van morele overwegingen

Abstract

In 1979 kreeg Nederland het verzoek om deel te nemen aan de United Nations Interim Force in Libanon (UNIFIL). De historiografie benoemt dat de Nederlandse staat voornamelijk op grond van politieke overwegingen rondom eigenbelang besloot om deel te nemen. In deze scriptie wordt onderzocht of ook morele overwegingen ten behoeve van de vrede en veiligheid van Libanon en haar inwoners een rol speelden bij de besluitvorming. Tijdens de initiële besluitvorming in januari 1979 komen vooral politieke argumenten naar voren die vrezen voor imagoschade van Nederland wanneer het verzoek tot deelname wordt afgewezen. Morele overwegingen over het belang van vrede in Libanon hebben een ondergeschikte rol. Deze morele overwegingen zijn meer op de voorgrond in juni en oktober 1982, toen de Nederlandse staat wederom moest beslissen over de toekomst van UNIFIL. Het belang van vrede in Libanon en de veiligheid van de lokale bevolking waren toen de voornaamste reden om de bijdrage aan UNIFIL niet stop te zetten. Deze scriptie toont aan dat morele overwegingen onderdeel waren van de besluitvorming rondom UNIFIL en naarmate de tijd vorderde steeds sterker op de voorgrond kwamen.