Tussen beleid en uitvoering: een problematische discrepantie of een gezonde frictie?

Abstract

De invoering van een agentschap resulteert in een scheiding tussen beleid en uitvoering. Hierdoor verandert er veel in de verhoudingen tussen beleid en uitvoering. Er is veel onderzoek naar de scheiding tussen beleid en uitvoering, maar niet vanuit het perspectief van de uitvoerende kern. Dit is een inductief en interpretatief onderzoek naar de betekenisgeving van uitvoerende medewerkers van Rijkswaterstaat wat betreft de scheiding tussen beleid en uitvoering. Een literatuurstudie toont aan dat theorieën over de verzelfstandigingsparadox, het principaalagentmodel en het stewardship model, Public Service Motivation, invloed van beleidsuitvoering op beleidsvorming en de relatie tussen beleid en uitvoering van belang zijn bij de scheiding tussen beleid en uitvoering. Via een grounded theory benadering is er een verkenning gedaan naar de betekenis en waarden die uitvoerende medewerkers geven aan de scheiding. De resultaten laten zien dat er met deze betekenissen en waarden een link kan worden gelegd met de in de literatuurstudie aangetoonde theorieën over de scheiding. De bevindingen dragen bij aan nieuwe inzichten omtrent de scheiding tussen beleid en uitvoering en bieden aanzet tot wat er nodig is voor ministeries om met deze scheiding om te gaan.