Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSmits, F.
dc.contributor.authorKampen, J. van
dc.date.accessioned2021-01-07T19:00:14Z
dc.date.available2021-01-07T19:00:14Z
dc.date.issued2020
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/38423
dc.description.abstractSport wordt in westerse samenlevingen veelal gebruikt als middel om maatschappelijke problemen op te lossen, zoals het integratievraagstuk. Hierbij heerst de gedachte dat deelname aan sport een positief effect heeft op de integratie van migranten. Deze gedachte valt ook terug te zien binnen de Nederlandse context. In het nationaal sportakkoord wordt de rol van sport als middel voor integratie namelijk expliciet genoemd. Vanuit de wetenschappelijke literatuur blijkt echter dat deelname aan sport ook kan leiden tot vormen van exclusie in plaats van inclusie. In dit onderzoek is daarom onderzocht in welke mate de discoursen die heersen over sport als middel voor integratie werken. Dit is gedaan door binnen het sport en ontwikkelingsproject JongGras Sportbuddies, te onderzoeken welke discoursen studentcoaches en statushouders (re)produceren over sport als middel voor integratie. Aan de hand van de theoretische lens van Michel Foucault is gekeken hoe praktijken van governmentality binnen JongGras Sportbuddies op studentcoaches en statushouders inwerkt. Om de macht van discoursen te begrijpen is hierbij gebruikt gemaakt van de vier verschillende dimensies van Dean (2010): Rationalities, technologies, culture en history. Door middel van deze vier dimensies is onderzocht hoe discoursen over sport als middel voor integratie vanuit JongGras Sportbuddies in stand worden gehouden en ge(re)produceert. Uit de resultaten blijkt dat er verschillende discoursen over sport als middel voor integratie binnen JongGras Sportbuddies aanwezig zijn. Dit zijn: sport zorgt voor meer contacten, sport verbetert de Nederlandse taal en sport is gezond. De respondenten geven aan dat sport over het algemeen leidt tot meer sociale contacten, maar dat bepaalde factoren zoals het sportniveau en de motivatie wel een rol spelen. Daarnaast geven vrijwel alle respondenten aan de sport gezien wordt als een plaats waar de taal geleerd wordt. Hierbij speelt de gezelligheidscontext een belangrijke rol. De meeste sociale contacten en het leren van de taal vindt niet tijdens het sporten plaats, maar na afloop. Daarnaast wordt door alle respondenten sport beschouwd als een activiteit die gezond is. Sport wordt omschreven als een activiteit die goed is voor de fysieke en mentale gezondheid. Concluderend kan gesteld worden dat statushouders en studentcoaches over het algemeen sport als een goed middel zien om de integratie te bevorderen. Het blijkt echter dat er vanuit statushouders en studentcoaches meerdere factoren genoemd worden die van belang zijn om de integratie te bevorderen. Vanuit studentcoaches wordt de motivatie om te sporten erg belangrijk genoemd, terwijl statushouders het sportniveau als een belangrijke factor noemen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1369930
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleSport als middel voor integratie: werkt het? Een kwalitatief onderzoek naar de (re)productie van discoursen over sport als middel voor integratie
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsSport, integratie, discoursen, governmentality, statushouders, studentcoaches,
dc.subject.courseuuSportbeleid en sportmanagement


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record