dc.description.abstract | Steeds meer autowegen raken voller en voller. Zo ook de A50/A2/N2 tussen Veghel en Eindhoven. Om de economische toplocaties in de regio van Eindhoven en gemeente Meierijstad bereikbaar te houden, wordt er vanuit verschillende onderzoeksbureaus en de provincie Noord-Brabant onderzoek gedaan naar mogelijkheden hiervoor. Een van de mogelijkheden die onderzocht wordt is het realiseren van mobiliteitshubs gericht op de economische toplocaties van regio Eindhoven vanuit iedere windrichting. Een van deze windrichting doet ook gemeente Meierijstad aan, waarbinnen ook naar locaties voor regionale hubs gezocht wordt. Deze onderzoeken zijn nog theoretisch en gericht op realisatiemogelijkheden, maar niet op vervoerspotentie.
Het doel en ook meteen de onderzoeksvraag van dit onderzoek is als volgt: Welke rol kunnen mobiliteitshub(s) spelen omtrent het verminderen van autoverkeer van grote werkgevers in gemeente Meierijstad, en wat kan de bijdrage van een mobiliteitshub in gemeente Meierijstad zijn voor het verminderen van het autoverkeer op de A50/A2/N2 bij Eindhoven?
Om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag is een literatuurstudie gedaan naar mobiliteitshubs, tijd- en moeitefactoren in het openbaar vervoer, en persoonlijke voorkeuren van verkeer op de A50/A2/N2 in relatie tot woon-werkverkeer. Ook is een vergelijkend onderzoek naar bestaande soorten hubs uitgevoerd. Ten slotte is een gegeneraliseerde kostenanalyse uitgevoerd voor belangrijke herkomstlocaties van de economische toplocaties. Hierbij is op basis van reiskosten, reistijd, en tijd- en moeitefactoren inzichtelijk gemaakt wat een reis naar de economische toplocaties kost voor werknemers voor verschillende soorten reizen, namelijk:
Een directe reis met privéauto.
Reizen via het bestaande openbaarvervoernetwerk.
Reizen via mobiliteitshubs.
Uit het onderzoek blijkt dat een lokale hub gericht op de economische toplocatie in Veghel niets bijdraagt aan het verminderen van autoverkeer op de A50/A2/N2. Reizen met de auto blijft veel goedkoper voor deze doelgroep. Werknemers blijven met de auto over de A50/A2/N2 rijden wanner zij naar het bedrijventerrein komen indien ze gebruik maken van een mobiliteitshub. Daarbaast zuhb de kosten van het reizen via het bestaande openbaarvervoernetwerk, en het reizen via hubs liggen daarnaast erg dicht bij elkaar.
Op basis van de bevindingen omtrent lokale mobiliteitshubs wordt dan ook aanbevolen om te investeren in het bestaande openbaarvervoersnetwerk.
Een regionale hub gericht op de economische toplocaties in Eindhoven kan in de huidige situatie ook niets bijdragen aan het verminderen van autoverkeer op de A50/A2/N2. Ook hier zijn de kosten van een reis met privéauto veel lager dan reizen met het openbaar vervoer, of via een nieuwe hub met een nieuwe buslijn die over de vluchtstrook van de A50 rijdt. Ook wanneer het openbaar gratis gemaakt zou worden, blijft een privéauto aantrekkelijker dan het reizen via een mobiliteitshub.
Om een mobiliteitshub en het openbaar vervoer te kunnen laten concurreren dient een directe reis met de auto onaantrekkelijker gemaakt te worden. Juist de bedrijven op de economische toplocaties zijn in dit proces de belangrijkste speler. Zij kunnen namelijk het parkeren bij het bedrijf reguleren of verbieden, waardoor het onaantrekkelijker wordt om de auto naar het werk te nemen. | |