Depressieve Symptomen bij Vroeg-Adolescenten: het Verband met Kwaliteit van de Broer/Zus Relatie en de Modererende Rol van Ouderlijke Steun.

Abstract

Kwaliteit van de broer/zus relatie en ouderlijke steun hangen beide direct samen met depressieve klachten bij vroeg-adolescenten. Echter is de wetenschappelijke kennis over verbanden tussen de kwaliteit van de broer/zus relatie en depressieve klachten bij vroeg-adolescenten beperkt, en is de modererende rol van ouderlijke steun bij deze verbanden onbekend. Huidig onderzoek draagt bij aan bestaande kennis door verbanden tussen enerzijds warmte en conflict in de broer/zus relatie en anderzijds depressieve klachten bij vroeg-adolescenten te onderzoeken. Ook is voor het eerst onderzocht of ouderlijke steun deze verbanden modereert. De cross-sectionele dataverzameling heeft plaatsgevonden bij 711 brugklassers (Mleeftijd = 12.61, SD = 0.67, 44,9% = man). Zij hebben vragenlijsten ingevuld over de relaties met één broer/zus, met hun beide ouders en over de mate en intensiteit waarin ze depressieve klachten ervaren. Resultaten tonen een significant verband tussen enerzijds warmte en conflict in de broer/zus relatie en anderzijds depressieve klachten bij vroeg-adolescenten. Minder warmte en meer conflict hangen samen met meer depressieve klachten. Met betrekking tot de mogelijk modererende rol van ouderlijke steun, tonen de resultaten dat weinig steun van vader het verband tussen conflict en depressie significant modereert. Concluderend kan conflict in de broer/zus relatie worden geïnterpreteerd als een risicofactor voor depressieve klachten bij vroeg-adolescenten, terwijl warmte als een beschermende factor kan worden gezien. Het effect van steun van vader op het verband tussen conflict en depressieve klachten lijkt van wezenlijk belang. Aanbevolen wordt om in vervolgonderzoek de effecten van steun van vader nader te onderzoeken.