De invloed van Pieter H. Pott Hoe de voormalig museumdirecteur van het Rijksmuseum voor Volkenkunde invloed uitoefende op de Joint Recommendations van 1975 tussen Nederland en Indonesië

Abstract

In 1949 vond na de zogenaamde Ronde Tafel Conferentie de soevereiniteitsoverdracht van Nederland aan Indonesië plaats. De periode daarna werd gekenmerkt door steeds verslechterende verhoudingen tussen beide landen. Dit werd mede veroorzaakt door het feit dat Nieuw-Guinea nog steeds officieel tot Nederland behoorde. Toen Nieuw-Guinea in 1962 aan Indonesië werd overgedragen, verbeterden de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië aanzienlijk. Al tijdens de Ronde Tafel Conferentie werden er afspraken gemaakt over teruggave van Indonesische culturele objecten die tijdens de koloniale periode hun weg naar Nederland hadden gevonden. Door de slechte verhoudingen kwam het in de periode na 1949 niet tot uitvoering van die afspraken. Pas in 1975 kwamen een Nederlandse en Indonesische delegatie bij elkaar in Jakarta om concrete afspraken te maken over de teruggave van enkele objecten. De toenmalige directeur van het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden, Pieter H. Pott, was onderdeel van de Nederlandse delegatie en heeft veel invloed gehad op de Joint Recommendations die in 1975 het resultaat waren van de onderhandelingen. In deze scriptie zal worden onderzocht hoe Pieter H. Pott zijn invloed heeft uitgeoefend op deze onderhandelingen.