Videofluoroscopic Swallowing Outcomes in Patients with Locally Advanced Oropharyngeal Head And Neck Cancer: a Retrospective Cohort Study

Abstract

Title: Videofluoroscopic Swallowing Outcomes in Patients with Locally Advanced Oropharyngeal Head And Neck Cancer: a Retrospective Cohort Study. Background: Patients with advanced oropharyngeal Cancer (OPC) often receive organ-preservation therapy, such as chemoradiotherapy with Cisplatin (CRT), or Cetuximab-irradiation (BioRT). It is unclear if there is a difference in objective swallowing function and patient-reported experiences in and between CRT and BioRT on swallowing function. Aim: This study aims to retrospectively determine the experienced as well as observed swallowing function, measured with videofluoroscopy, pre- versus post-treatment, and between treatment types in patients with an advanced OPC treated with CRT or BioRT. Method: Pre- and post-treatment videofluoroscopic recordings and patient-reported experiences were used. Two blinded raters scored 54 videofluoroscopy using the Dynamic Imaging Grade of Toxicity (DIGEST). Patient-reported experiences were dichotomized and compared with the outcomes of the DIGEST. Results: Twenty-seven patients were included. Only the 'DIGEST safety' grade worsened statistically significant (P=0.043) of both groups, meaning that the number of patients with aspiration/penetration or the severity of dysphagia after treatment increased. Besides, objective DIGEST outcomes and patient-reported experiences did not always correspond. Videofluoroscopy showed more patients with swallowing disorders than there were patients who reported swallowing complaints, both pre - and post-treatment. Conclusion: Patients' safety of swallowing decreased statistically significantly after both treatment types, resulting in more, or more severe, aspiration/penetration during the post-treament videofluoroscopic assessment. However, based on this study solely, it is not possible to assume that there is a difference between CRT or BioRT on swallowing function. A mismatch exists between videofluoroscopic outcomes and patient-reported experiences. Implications: It is recommended to assess the pre- and post-treatment swallowing function with videofluoroscopy because aspiration/penetration might develop, and patients do not seem to notice this adequately. Titel: Slikfunctie van Patiënten met een Vergevorderd Orofarynxcarcinoom Gemeten met Videofluoroscopie: een Retrospectieve Cohort Studie. Achtergrond: Patiënten met een vergevorderd orofarynxcarcinoom kunnen in aanmerking komen voor orgaan-besparende behandelingen; zoals chemotherapie gecombineerd met Cisplatin (CRT) of bestraling met Cetuximab (BioRT). Momenteel is het onbekend of er een verschil is in de slikfunctie en de ervaringen van patiënten omtrent hun slikfunctie, tussen en binnen beide behandelopties. Doel: Het doel betreft het in kaart brengen van de objectieve slikfunctie en de subjectieve ervaringen over de slikfunctie van patiënten met een vergevorderd orofarynxcarcinoom en deze gegevens te vergelijken voor-, na en tussen CRT en BioRT. Methode: Twee geblindeerde onderzoekers analyseerden 54 videofluoroscopische slikvideo’s met de Dynamic Imaging Grade of Toxicity (DIGEST). Ervaringen van patiënten werden gedichotomizeerd en vergeleken met de uitkomsten van de DIGEST. Resultaten: Zevenentwintig patiënten werden geïncludeerd. Enkel de ‘DIGEST safety’ score verslechterde statistisch significant (P=0.043) over beide groepen, inhoudend dat er meer aspiratie of pentetratie optrad, of dat de ernst hiervan troenam na behandeling. Tevens werd een discrepantie gevonden tussen subjectieve patiënt-ervaringen en objectieve DIGEST uitkomsten. Videofluoroscopie identificeerde meer patiënten met slikproblemen dan dat er patiënten waren die slikklachten ervaarden, zowel voor- als na behandeling. Conclusie: Patiënten slikten statistisch significant minder veilig na behandeling, ongeacht CRT of BioRT. Wat inhoud dat patiënten vaker of ernstiger aspireerden/penetreerden tijdens de videofluoroscopische opnames. Echter kan, enkel op basis van deze studie, niet worden aangenomen dat CRT en BioRT verschillende uitkomsten hebben op de slikfunctie. Daarnaast lijkt er een discrepantie te bestaan tussen de objectieve uitkomsten en de subjectieve evaringen van patiënten. Aanbevelingen: Het dient tot aanbeveling om voor en na behandeling de slikfunctie van patiënten te onderzoeken middels videofluoroscopie, omdat de slikfunctie van patiënten verslechterd en zij dit niet goed aan lijken te geven.