Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSpeelman, R.
dc.contributor.authorLangenhuizen, C.L.M.
dc.date.accessioned2020-09-03T18:00:14Z
dc.date.available2020-09-03T18:00:14Z
dc.date.issued2020
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/37418
dc.description.abstractNaar aanleiding van beschuldigingen van antisemitische aard na publicatie van Il cimitero di Praga (2010) wordt in deze Honours-scriptie onderzoek gedaan naar de rol van complottheorieën in Umberto Eco’s Il pendolo di Foucault (1980) en Il cimitero di Praga (2010). Nadat beide werken in de context van Eco’s oeuvre geplaatst zijn en er dieper in is gegaan op de term dietrologia wordt er een literaire analyse gedaan. Het blijkt dat het grootste verschil zit in de gevoeligheid van het onderwerp. Daar waar in Il pendolo di Foucault de complottheorie vooral als speelse parodie op bestaande theorieën fungeert, wordt de complottheorie in Il cimitero di Praga ingezet voor politieke doeleinden, met desastreuze gevolgen voor de Joden als gevolg. De beschuldigingen tonen aan hoe gevoelig de Holocaust nog ligt en hoe groot het belang is om werken zoals deze te bespreken op school.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent2262844
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isoit
dc.titleIl caso ha il gusto del complotto: un'analisi del ruolo di teorie di cospirazione nelle opere di Umberto Eco
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsUmberto Eco; cospirazione; dietrologia;
dc.subject.courseuuItaliaanse taal en cultuur


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record