Rijzende sterren door de lens van NGO’s

Abstract

NGO’s maken binnen de verzadigde mediaomgeving regelmatig gebruik van het prestige van beroemdheden om de urgentie van nood- of ontwikkelingshulp aan het licht te brengen: het zogenoemde sterrenactivisme (Van den Bulck et al., 2011). Uit eerdere onderzoeken (Chouliaraki, 2013; Dogra, 2013; Littler, 2008) blijkt dat deze samenwerking in veel gevallen resulteert in beeldvorming waarbij oorzaken en slachtoffers worden overschaduwd. De stereotyperende representaties zijn regelmatig het middelpunt van kritiek en lopen daarmee uit in een gestaag debat met betrekking tot de rol van beroemdheden in humanitaire communicatie. In dit onderzoek wordt – aan de hand van een kritische discoursanalyse – duidelijk hoe de representatie van de Other in het Globale Zuiden, door en ten opzichte van de westerse beroemdheid in NGO-campagnes, zich over een tijdspanne van ruim dertig jaar heeft ontwikkeld. De historische vergelijking wordt getrokken tussen beelden uit de periode van Audrey Hepburn als ambassadrice voor Unicef (1988-1992) en recente beelden met Gigi Hadid als nieuwste aanwinst van de organisatie (2019). Uit de analyse is gebleken dat het discours rondom de Other in de periode van Hepburn een overwegend negatieve lading heeft. De hedendaagse representatie van de Other in het Globale Zuiden markeert echter duidelijke verschillen: in tegenstelling tot ruim dertig jaar geleden, wordt de nadruk in recente beeldvorming voornamelijk gelegd op de (individuele) vooruitgang van de Ander in het Globale Zuiden. Ondanks de verschuiving van negatieve naar positievere appeals, kan geconcludeerd worden dat de beelden nog altijd stereotypen bevatten die een racistisch regime van representatie (Hall, 1997) laten voortbestaan.