dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | Kester, P. M. | |
dc.contributor.author | Blok, R. | |
dc.date.accessioned | 2020-09-02T18:00:41Z | |
dc.date.available | 2020-09-02T18:00:41Z | |
dc.date.issued | 2020 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/37315 | |
dc.description.abstract | In deze masterscriptie wordt op een exploratieve wijze onderzoek gedaan naar taalgebruik,
taalattitudes en communicatie binnen de huisartsenpraktijk en bij voorlichting over het coronavirus.
De groep expats in Nederland, vooral in de Randstad, is erg groot, al kent de term ‘expat’ geen
eenduidige definitie. Het is van belang dat expats communicatie binnen de zorg en rondom de
coronacrisis ook kunnen begrijpen.
Uit dit onderzoek blijkt dat de respondenten meer informele dan formele gesprekken in het
Nederlands voeren. Dit kan komen doordat ze hun eigen Nederlands nog niet als vloeiend inschatten.
Vooral het spreken blijkt (nog) lastig. Wel wil de grote meerderheid beter Nederlands leren spreken
en een nog grotere groep vindt het belangrijk om Nederlands te spreken wanneer je in Nederland
woont. Het Engels wordt het liefst gebruikt als voertaal bij de huisarts, ook al vond minder dan de
helft van de respondenten dat hun huisarts het Engels vloeiend beheerst. De meerderheid van de
respondenten met kinderen geeft aan dat hun kinderen het liefst Nederlands praten met de huisarts.
Het is interessant om te zien dat deze expats hun eigen Nederlands beter inschatten dan de expats
zonder kinderen. Ook vinden zij het belangrijker om Nederlands te leren wanneer je in Nederland
woont. Ongeveer de helft van alle respondenten is tevreden over zijn of haar huisarts in Nederland.
De respondenten maken tijdens de coronacrisis gebruik van andere mediabronnen dan waar
ze voor de crisis gebruik van maakten. Zo lazen ze minder de (online) krant en keken ze vaker naar de
Engelse versie van de website van de Rijksoverheid. Ze gaven aan te kunnen begrijpen wat de situatie
is in Nederland en wat de maatregelen zijn die hierbij horen. Daarnaast vindt de grote meerderheid
dat er via de Nederlandse overheid redelijk wat informatie in het Engels beschikbaar is en dat de
overheid dus redelijk rekening houdt met mensen die geen Nederlands spreken.
In de toekomst moet er meer onderzoek komen naar expats. Allereerst moet de definitie van
‘expat’ duidelijker worden. Daarnaast kan er onder andere meer onderzoek gedaan worden naar de
ervaringen van expats in de zorg en de mogelijkheden om meer informatie en gesprekken in het
Engels aan te bieden. Daarnaast lijken expats met kinderen een betere Nederlandse taalvaardigheid
te hebben en gebruiken zij het Nederlands ook meer dan expats zonder kinderen. Motivatie en
gelegenheid zouden hiermee te maken kunnen hebben, maar hier moet in de toekomst meer
onderzoek naar verricht worden. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.format.extent | 529415 | |
dc.format.mimetype | application/pdf | |
dc.language.iso | nl | |
dc.title | Taalgebruik en taalattitudes onder expats in Nederland: een onderzoek naar communicatie in de huisartsenpraktijk en naar voorlichting over het coronavirus | |
dc.type.content | Master Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.keywords | Expats, taalvaardigheid, Nederlands, Engels, huisarts, coronavirus | |
dc.subject.courseuu | Meertaligheid en taalverwerving | |