De Interpretatie van Figuratief Taalgebruik bij Schizofrenie: Een Literatuurstudie.

Abstract

In deze taalkundige literatuurstudie worden onderzoeken over taalproblemen bij de populatie van schizofrenie besproken en geanalyseerd met een focus op de specifieke moeite die deze patiënten ondervinden met het interpreteren van metaforen. Aan de hand van theorieën betreffende metaforiek en psycholinguïstische onderzoeken naar schizofrenie wordt er bovendien nagegaan in hoeverre afwijkingen in de mechanismes onderliggend aan de menselijke Theory of Mind aan te wijzen zijn als oorzaak voor deze problemen. Ten tweede wordt er dieper ingegaan op de distinctie tussen conventionele en nieuwe metaforen om de problemen verder te specificeren en na te gaan in hoeverre deze distinctie van belang is om het taalpatroon van schizofrenie te beschrijven. Ondanks dat het onderzoeksveld nog beperkt is laat specifiek onderzoek naar metaforiek en schizofrenie zien dat schizofrenen alleen significant slechter presteren op het begrip van nieuwe metaforen. De voornaamste conclusie die uit deze analyse volgt is dat schizofrenen gezien hun specifieke moeite met nieuwe metaforen er niet in slagen om cross-domain mapping toe te passen. Dit wordt ondersteund door de Career of Metaphor Theory. Het zal in toekomstig experimenteel onderzoek bevestigd moeten worden.