Horen, zien, voelen en spreken - Een onderzoek naar hoe multisensorisch leren kan helpen bij het leren van de Nederlandse taal voor immigrantenkinderen in het basisschoolonderwijs

Abstract

In deze bachelorscriptie wordt aan de hand van literatuuronderzoek de volgende vraag behandeld: ‘Hoe kan multisensorisch leren bijdragen aan het leren van de Nederlandse taal voor immigrantenkinderen op de basisschool in Nederland?’ Bij multisensorisch leren wordt tegelijkertijd gebruik gemaakt van de tactiele of kinesthetische (tast en beweging), auditieve (gehoor) en visuele (zicht) zintuigen. Uit onderzoek blijkt dat door deze modaliteiten te combineren in een lesmethode er van een groter netwerk in de hersenen gebruik wordt gemaakt dan bij uni-sensorisch leren en dat het leerproces efficiënter en effectiever is. Multisensorisch leren kan immigrantenkinderen helpen om de Nederlandse taal sneller aan te leren zodat zij geen blijvende achterstand oplopen in het onderwijs en hun latere (werk)leven. Bij het toepassen van een multisensorische methode op groepsniveau is het van belang om peer interacties te faciliteren. Deze interacties helpen leerlingen om van elkaar te leren en zich verder te ontwikkelen. Door het implementeren van de multisensorische methode in de klas en het gebruiken van peer-groups zullen de leerlingen zich eerder tot competente lezers en schrijvers ontwikkelen. Vervolgonderzoek dient zich te richten op het proces dat bij multisensorische integratie plaatsvindt, dit is tot dusver niet volledig duidelijk. Daarnaast kan verder onderzoek zich richten op de samenstelling van een draaiboek voor scholen en docenten om de toepassing van een multisensorische lesmethode te vergemakkelijken.