“Door v ontrouwicheyt hebdy den doot verdient”: Een vergelijkend onderzoek naar bedrog in de verhalenbundels Dat Bedroch der Mannen en Dat Bedroch der Vrouwen vanuit genderperspectief

Abstract

In dit eindwerkstuk staan de verhalenbundels Dat Bedroch der Mannen en Dat Bedroch der Vrouwen centraal. De verhalenbundels zijn nooit inhoudelijk vanuit genderperspectief onderzocht, terwijl zij zich daar zeker voor lenen. De titels lijken te impliceren dat vrouwen een ander soort bedrog plegen dan mannen. Ik analyseer het thema bedrog in de proloog en de eerste vier teksten van Dat Bedroch der Mannen en Dat Bedroch der Vrouwen vanuit genderperspectief, waarbij ik een antwoord formuleer op de vraag: in hoeverre komt het bedrog dat wordt gepleegd in Dat Bedroch der Mannen overeen met het bedrog dat wordt gepleegd in Dat Bedroch der Vrouwen? Middels een thematisch, vergelijkend onderzoek naar bedrog wordt gekeken of het soort en de situatie waarin bedrog wordt gepleegd gendergerelateerd is. De analyse richt zich op de performance van de personages rondom het thema bedrog en het beeld dat de auteur neerzet. Dit onderzoek toont dat vrouwen bedrog plegen of bedrogen worden, doordat zij van nature zwakker zouden zijn dan mannen. Door hun onbetrouwbare aard zorgen zij ervoor dat mannen ook bedrog plegen. In beide bundels komt naar voren dat vrouwen zelf voor het bedrog zorgen en dat zij op hun eigen gedrag moeten letten om dit bedrog te voorkomen. Zij moeten de bedoelingen van de man achterhalen om te zien of de intenties wederzijds zijn, anders zouden zij bedrogen worden. Mannen en vrouwen plegen het meest bedrog in de liefde door middel van leugens en overspel. Daarnaast vermommen mannen zichzelf vaker dan vrouwen om het bedrog te plegen.