dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | van Miltenburg, N. | |
dc.contributor.author | Bruijniks, B. | |
dc.date.accessioned | 2020-05-07T18:00:17Z | |
dc.date.available | 2020-05-07T18:00:17Z | |
dc.date.issued | 2020 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/35778 | |
dc.description.abstract | In deze thesis behandel ik de tekst Fearing fictions van Kendall Walton, waarin hij een verklaring biedt voor het feit dat de mens zich bezighoudt met fictie, terwijl we weten dat fictie over niet-bestaande zaken gaat. Waarom vinden we dat fictie ertoe doet en zien we het niet als onzin die geen relevantie heeft in ons leven? Kendall Walton beargumenteert dat fictie een spel van make-believe is. Hij illustreert dit aan de hand van het hypothetische geval van Charles, die schijnbaar doodsbang een film kijkt over een verschrikkelijk slijmmonster. Hoewel Waltons nieuwe benadering van fictie mogelijk tot een helderder begrip leidt, ben ik van mening dat deze benadering in Fearing Fictions niet aansluit op onze intuïtie over wat fictie is en hoe wij met fictie interageren. Om dit te bewerkstelligen zet ik in het eerste hoofdstuk Waltons tekst uiteen. In het tweede hoofdstuk behandel ik drie kritiekpunten op de theorie over fictie die hij in deze tekst construeert. In het derde en laatste hoofdstuk bespreek ik welke kritiek een probleem vormt voor Waltons theorie over fictie en hoe Waltons theorie kan worden aangepast. Ik eindig met een uitleg waarom Waltons theorie over fictie wel contra-intuïtief moet blijven, zonder dat dit problematisch is. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.format.extent | 323320 | |
dc.format.mimetype | application/pdf | |
dc.language.iso | nl | |
dc.title | Spelen met fictie | |
dc.type.content | Bachelor Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.keywords | Fictie, make-believe, esthetiek, film, literatuur | |
dc.subject.courseuu | Filosofie | |