Borderline persoonlijkheidstrekken in de late adolescentie: De rol van negatieve levensgebeurtenissen in de relatie tussen hechting en borderline persoonlijkheidstrekken bij adolescenten.

Abstract

Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de onderliggende processen die een rol spelen bij het ontwikkelen van borderline persoonlijkheidstrekken (BP trekken) in de adolescentie, ondanks de negatieve impact van borderline persoonlijkheidsstoornis op een individu en de maatschappij. Huidig onderzoek richtte zich daarom op de rol van negatieve levensgebeurtenissen in de relatie tussen onveilige hechting en borderline persoonlijkheidstrekken bij adolescenten. De steekproef bestond uit 137 Nederlandse adolescenten die zijn aangemeld bij twee verschillende GGZ instellingen. Multiple regressie analyses wezen uit dat adolescenten die zich sterker herkennen in een afwijzende of gepreoccupeerde hechtingsstijl meer BP trekken rapporteren. Hiernaast bleek dat adolescenten die meer impact van negatieve levensgebeurtenissen ervaren, meer BP trekken rapporteren. Het ervaren van negatieve levensgebeurtenissen bleek geen moderator in de relatie tussen onveilige hechting en BP trekken. De gevonden resultaten onderschrijven het belang van het betrekken van een onveilige hechting en de impact van negatieve levensgebeurtenissen bij het onderzoeken van de ontwikkeling van BP trekken onder adolescenten