The Role of Parental Practices and Warmth in Toddler’s Prosocial Behavior

Abstract

De huidige studie onderzocht de associatie tussen prosociaal opvoedingsgegrag van ouders en ouderlijke warmte aan prosociaal gedrag in peuters. Bovendien werd onderzocht of ouderlijke warmte een moderator was in de relatie tussen prosocial opvoedingsgegrag en prosociaal gedrag in peuters. Prosociale observatietaken werden uitgevoerd onder 114 peuters tussen 16-33 maanden oud uit een eerste golf van een longitudinale studie genoemd The Little Helpers, en hun ouders vulden vragenlijsten in. Regressieanalyses werden gebruikt om gegevens te analyseren. Prosociaal opvoedingsgegrag en ouderlijke warmte waren geen significante voorspellers van prosociaal gedrag van peuters. Er was echter een aanzienlijk matigingseffect van de ouderlijke warmte op de associatie tussen ouderlijke praktijken en de instrumentele hulp van peuters. In tegenstelling tot de verwachtingen, bleek dat van de kleuters die een lage ouderlijke warmte ontvingen, hoge niveaus van ouderlijke praktijken een significant hoger niveau van peuters als instrumentele hulp voorspelden. Voor peuters die hoge of gemiddelde niveaus van ouderlijke warmte ontvangen, werd er geen verband gevonden tussen ouderlijke praktijken en instrumentele hulp. Verder onderzoek is nodig om de relatie tussen niveaus van ouderlijke warmte en ouderpraktijken beter te begrijpen om interventies van ouders te verbeteren die gericht zijn op het stimuleren van prosociaal gedrag door hun peuters.