| dc.description.abstract | Cybercriminaliteit komt steeds vaker voor, ook onder jongeren. Het probleem van cybercriminaliteit is dat er geen temporale of ruimtelijke grenzen bestaan aan het internet, wat een integraal deel uitmaakt van cybercriminaliteit. Kwaadwillenden kunnen slachtoffers maken aan de andere kant van de wereld met slechts een muisklik. Dat heeft tot gevolg dat cybercriminaliteit een relatief nieuwe dreiging vormt en beleid ontwikkeld moet worden voor de bestrijding van cybercriminaliteit op basis van deze kenmerken (Lusthaus & Varese, 2017). Toch is cybercriminaliteit niet helemaal zonder ruimtelijke grenzen. Internettoegang is ongelijk verdeeld, waardoor de dichtheid van daders en potentiële slachtoffers geclusterd is (Yar, 2016). Volgens Näsi et al. (2015) verhoogt werkloosheid ook het risico op slachtofferschap van cybercriminaliteit, wat erop zou kunnen wijzen dat wijken met sociaaleconomische problemen een risicogebied zijn als het gaat om cybercriminaliteit. Een voorbeeld van zo’n risicogebied is Rotterdam-Zuid. De werkloosheid is daar namelijk relatief hoog, zeker onder jongeren, en veel criminaliteit vindt plaats in Rotterdam-Zuid (CBS, 2019b; Gemeente Rotterdam, 2019; NPRZ, 2019). Onder andere de General Theory of Crime, de Social Learning Theory, Routine Activity Theory en de General Strain Theory worden gebruikt om cybercriminaliteit te verklaren.
Het doel van deze scriptie is om te onderzoeken welke vormen van cybercriminaliteit in Rotterdam-Zuid
voorkomen, hoe sociaaleconomische achterstanden deze kunnen verklaren en op welke manieren betrokken partijen een meer integrale aanpak kunnen ontwikkelen om cybercriminaliteit te verminderen. Dat gebeurt aan de hand van een beleidssegment en een wetenschappelijk segment. Het beleidssegment heeft betrekking op betrokken partijen die te maken hebben met cybercriminaliteit en zullen worden bestudeerd door middel van open interviews. Het wetenschappelijk segment van dit onderzoek zal aantonen dat lokaliteit een rol speelt bij cybercriminaliteit door middel van een enquête onder jongeren in Rotterdam-Zuid.
De resultaten tonen aan dat inwoners van Rotterdam-Zuid vooral slachtoffer zijn van virussen, phishing, internetoplichting en hacking. Dat verschilt niet van de inwoners van regio Rotterdam. Inwoners van Rotterdam-Zuid zijn wél vaker dader van cybercriminaliteit, en dan vooral van virussen, cyberpesten, password cracking, internetoplichting en hacking. Deze mate van slachtoffer- en daderschap worden beïnvloed door differentiële associatie, migratieachtergrond, tijdsbesteding, sociale kwetsbaarheid, opleidingsniveau en strain. Tenslotte is de factor ‘Woonachtig in Rotterdam-Zuid’ van significante invloed, maar is het nog onduidelijk welk mechanisme hier precies een rol bij speelt.
Het beleid dat betrokken partijen hanteren is vooral gericht op preventie en bestaat uit voorlichting en maatwerkoplossingen om de recidive van first offenders te voorkomen. De partijen lopen tegen de knelpunten aan dat er een tekort aan kennis en bewustzijn is bij veel organisaties in dit beleidsveld. Daarnaast is de denk- en werkwijze van organisaties nog niet ingericht op het fenomeen cybercriminaliteit. Om een integrale aanpak te ontwikkelen wordt kennisdeling en een samenwerkingsverband in de vorm van een Cyber Cirkel Coalitie geadviseerd. | |
