Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVan den Hoven van Genderen, Dr. A.J.
dc.contributor.authorZwep, H.B.
dc.date.accessioned2020-03-18T19:00:49Z
dc.date.available2020-03-18T19:00:49Z
dc.date.issued2020
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/35473
dc.description.abstractOp de vredesconferentie van Parijs van 1919 vonden twee belangrijke ontwikkelingen plaats. In de eerste plaats werd een nieuwe internationale rechtsorde gesticht die draaide om een permanent multilateraal platform voor geschilbeslechting en overleg: de Volkerenbond. Ten tweede werden de grenzen van Europe grondig herzien. Hierbij stonden de verwezenlijking van het recht van zelfbeschikking en het waarborgen van de rechten van minderheden centraal. In die context werd, onder auspiciën van de Volkerenbond, de Grieks-Bulgaarse Conventie voor Wederzijdse Emigratie afgesloten, die bedoeld was om migratie op vrijwillige basis van de Griekse en Bulgaarse minderheden in beide landen te faciliteren. Deze Conventie waarborgde het recht van de minderheden om gevestigd te blijven in de landen waar zij woonachtig waren. De Grieks-Bulgaarse Conventie moet gesitueerd worden in een langlopend conflict tussen Bulgarije en Griekenland over de regio’s Macedonië en West-Thracië, die na de Eerste Wereldoorlog aan Griekenland waren overgedragen, maar een grote Bulgaarse minderheid herbergden. Bulgarije claimde deze regio’s ook. De manier waarop de Conventie werd uitgevoerd, werd bepaald door de tegengestelde belangen van deze landen. Griekenland had belang bij een zo klein mogelijk aandeel Bulgaren in de betwiste gebieden, zodat de claim van Bulgarije gewicht verloor. Na de Turks-Griekse bevolkingsuitwisseling van 1923 kwamen grote groepen vluchtelingen Griekenland binnen die gehuisvest moesten worden. Griekenland naar deze mogelijkheid aan om Macedonië en West-Thracië, en dan met name gebieden met een grote dichtheid aan Bulgaren, te bevolken met Grieken, zo het aandeel Bulgaren in de regio te verkleinen en de druk op die minderheid op te voeren om naar Bulgarije te migreren. In reactie daarop vestigde Bulgarije deze nieuwe vluchtelingen in de steden en huizen van Grieken. Geleidelijk aan werd aan beide kanten van de grens de druk op minderheden opgevoerd om te migreren, in tegenspraak met het vrijwillige karakter van de Conventie. De Volkerenbond besteedde geen aandacht aan de schending van de rechten van minderheden, terwijl zij zelf belast was met het toezicht daarop. De focus van de Volkerenbond lag bij het snel realiseren van de bevolkingsuitwisseling om stabiliteit in de regio te bevorderen. Betoogd wordt dat het volkerenrechtelijke systeem van de bescherming van minderheden faalde en dat de Conventie niet als waarborg voor de rechten van minderheden functioneerde, maar juist als katalysator. De Conventie fungeerde als instrument voor bevolkingspolitiek, omdat deze een procedure bood waaronder ongewenste minderheden konden worden verdreven.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent7435039
dc.format.mimetypeapplication/vnd.openxmlformats-officedocument.wordprocessingml.document
dc.language.isonl
dc.titleDe Grieks-Bulgaarse Conventie voor Wederzijdse Emigratie: hoe een fluwelen handschoen een ijzeren vuist werd. Een onderzoek naar de betekenis van de volkerenrechtelijke bescherming van minderheden onder de Grieks-Bulgaarse Conventie in de context van Grieks-Bulgaarse vijandigheid
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuHistory


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record