De Relatie Tussen Type Uithuisplaatsingen en Veerkracht van Adolescenten uit Multiprobleemgezinnen

Abstract

Het doel van dit onderzoek is om te meten of er een relatie bestaat tussen uithuisplaatsingen, het type plaatsing en veerkracht van adolescenten. Eerder onderzoek toont aan dat er een relatie bestaat tussen uithuisplaatsingen en veerkracht, maar er is nog weinig bekend over deze relatie wanneer men kijkt naar het type plaatsing. Het huidige onderzoek geeft inzichten over de relaties van het type plaatsing en de veerkracht van adolescenten, wat kan bijdragen aan het versterken van veerkracht. Een t-toets en een Mann Whitney U test zijn uitgevoerd om te meten of uithuisplaatsingen geassocieerd kunnen worden aan de mate van veerkracht van een adolescent. Ook is een ANOVA uitgevoerd om mogelijke relaties tussen het type plaatsing en de mate van veerkracht te onderzoeken. Er zijn twee steekproeven van Nederlandse adolescenten uit multi-probleemgezinnen gebruikt, waarvan een N = 58 en waarvan een N = 9, wie een vorm van jeugdhulp ontvingen en een uithuisplaatsing hebben ervaren. Uit resultaten bleek er geen significante relatie te bestaan tussen de uithuisplaatsing, het type plaatsing en de veerkracht van adolescenten. Dit komt overeen met bevindingen uit eerder, kwalitatief onderzoek waarin bleek dat adolescenten zichzelf als veerkrachtig beschouwen na tegenslagen. Deze veerkrachtigheid van adolescenten, wijkt af van de definitie in de wetenschappelijke literatuur. Hieruit blijkt dat het nog onvoldoende duidelijk is welke factoren bijdragen aan de veerkracht van uithuisgeplaatste adolescenten. Vervolgonderzoek wordt aanbevolen om de wetenschappelijke kennis rondom dit onderwerp te vergroten. Ook zal vervolgonderzoek meer inzicht bieden in andere factoren welke mogelijk in verband staan met veerkracht van adolescenten, zoals familie-veerkracht en instabiliteit in plaatsing.