Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHoeken, J.A.L.
dc.contributor.authorHelden, A. van
dc.date.accessioned2020-02-20T19:05:36Z
dc.date.available2020-02-20T19:05:36Z
dc.date.issued2020
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/35161
dc.description.abstractSinds 2018 is er in Nederland een wet die stelt dat digitale kanalen van (semi)overheidsinstanties toegankelijk moeten zijn voor mensen met een functiebeperking. Digitale toegankelijkheid houdt in dat mensen met een beperking websites op dezelfde manier moeten kunnen gebruiken als mensen zonder beperking. Het Erasmus MC in Rotterdam is in 2019 overgegaan op een nieuwe publieke website en in het bouwen van deze website is rekening gehouden met de eisen die gelden voor digitale toegankelijkheid. In deze studie heb ik onderzoek gedaan naar de vraag in hoeverre de publieke website van het Erasmus MC nu daadwerkelijk toegankelijk is voor mensen met een functiebeperking. Om dit te onderzoeken, heb ik drie deelonderzoeken uitgevoerd. Met een functionele analyse bepaalde ik wat de doelen en doelgroepen zijn van de publieke website. Op basis van deze functionele analyse heb ik een gebruikersonderzoek opgezet, waaraan vijf mensen met een visuele beperking, vijf mensen met een motorische beperking, vier mensen met dyslexie en drie mensen met autisme deelnamen. Zij voerden enkele taken uit op de website en verwoordden daarbij hardop hun gedachten. Na afloop beantwoordden ze enkele vragen in een retrospectief interview. Het gebruikersonderzoek bracht in totaal 72 toegankelijkheidsproblemen aan het licht. De meeste van deze problemen kwamen voort uit de onderzoeken met de participanten met een visuele beperking. De blinde participanten vonden het vervelend dat ze op iedere pagina eerst de menu’s bovenaan door moesten om bij de hoofdinhoud van de pagina te komen. Daarnaast zorgde de tabvolgorde en leesvolgorde van de website soms voor problemen. Door de volgorde dachten participanten soms ten onrechte dat er geen relevante inhoud meer zou volgen. Verder hadden participanten moeite om de tabel onder wachttijden uit te lezen en om de pdf over openbaar vervoer te openen. Ten slotte leidden de labels van elementen in de code (zoals kop, link of menu) soms tot problemen. De slechtziende participanten hadden veel moeite met het lezen van lichtblauwe tekst op een witte achtergrond (of andersom). De contrastknop die dit probleem op zou moeten lossen, werd door geen van de participanten gevonden, en enkele participanten dachten dat er ‘contact’ stond in plaats van ‘contrast’. Eenmaal geactiveerd, bleek de contrastknop niet goed te werken. Bovendien is het kleurcontrast in een pdf niet aan te passen met zo’n contrastknop. Participanten met een motorische beperking konden de pdf over openbaar vervoer op mobiele telefoon niet goed gebruiken. De tekst in die pdf is erg klein en door hun beperking was inzoomen voor enkele participanten niet of nauwelijks te doen. Verder werkten de suggesties in de zoekmachine niet altijd goed, waardoor participanten niet de juiste resultaten kregen. Participanten met Parkinson bleken veel te scannen en dat zorgde ook voor problemen: ze verwarden ‘contrast’ met ‘contact’ en misten links in het uitgebreide hoofdmenu die meer dan één regel in beslag namen. Het grootste probleem voor de participanten met dyslexie was de achtergrondkleur van de website: deze is te fel waardoor de letters door elkaar gaan lopen. Net als de motorisch beperkte participanten liepen ook de participanten met dyslexie tegen het probleem van verkeerde suggesties in de zoekmachine aan. Verder was het lastig voor ze dat de zoekmachine geen suggesties bood bij moeilijke medische termen en dat deze goed geschreven termen soms rood onderstreepte. Ook misten de dyslectische participanten structuurmarkeerders op de pagina’s, snapten ze sommige woorden niet of vonden ze dat onnodig veel tekst gebruikt werd. Net als de slechtziende participanten hadden de participanten met dyslexie problemen met het lage kleurcontrast op de website. Ze vonden de contrastknop ook niet uit zichzelf. De participanten met autisme hadden moeite met de tekst op de website. Ze vonden zinnen soms erg lang en het taalgebruik wat formeel en complex. Verder gaven ze aan dat de wizard een prettige tool is, maar dat deze qua opbouw en vormgeving erg verwarrend is. Net als de dyslectische participanten vonden de participanten met autisme de achtergrondkleur van de website te fel. Ten slotte misten ze beeld op de website, waarmee ze zich enigszins voor kunnen bereiden op hun bezoek aan het ziekenhuis. Naast gebruikersonderzoek, heb ik ook een automatische toolanalyse uitgevoerd om problemen met de toegankelijkheid van de website op te sporen. Met drie tools, namelijk Web Developer, aXe en HTML Code Sniffer, analyseerde ik de pagina’s uit het gebruikersonderzoek. Uit de toolanalyse kwamen in totaal tien problemen naar voren. Het eerste probleem betrof het lage kleurcontrast van lichtblauwe tekst op een witte achtergrond en dat van inactieve filters in de zoekmachine. Verder waren er verschillende problemen met het gebruik van koppen op de website: de hiërarchie klopt op veel pagina’s niet en andere koppen waren niet beschrijvend of zelfs leeg. Ook hadden afbeeldingen niet altijd de juiste alt-teksten en waren tabellen en opsommingen niet correct opgemaakt. In de codelaag van de website bleken bovendien geen secties aangegeven te zijn, die ervoor zorgen dat gebruikers van screenreaders weten in welk gedeelte van de pagina ze zich bevinden. Ten slotte had een iFrame op de contactpagina geen titelattribuut en veldlabels. In aanvulling op deze deelonderzoeken heb ik geanalyseerd in hoeverre automatische tools dezelfde toegankelijkheidsproblemen opsporen als gebruikers. Een opvallend verschil tussen de twee onderzoeksmethoden is dat er uit het gebruikersonderzoek veel meer problemen kwamen dan uit de toolanalyse (72 vs. 10). Verder hadden de meeste problemen uit de toolanalyse te maken met de structuur en code van de website en waren ze enkel relevant voor gebruikers met een visuele beperking. Uit het gebruikersonderzoek kwamen toegankelijkheidsproblemen voor alle soorten beperkingen en was de variëteit in typen problemen ook veel groter. Al met al heeft dit onderzoek heeft aangetoond dat een website die gebouwd is volgens een bepaald toegankelijkheidsniveau (AA in dit geval) toch nog een behoorlijk aantal toegankelijkheidsproblemen kan bevatten. Dat geeft aan dat alleen het toepassen van de richtlijnen voor digitale toegankelijkheid niet genoeg is en dat het belangrijk is om ook in de toekomst onderzoek te blijven uitvoeren naar de toegankelijkheid van de website. Op basis van de resultaten van dit onderzoek heb ik een lijst met aanbevelingen opgesteld om de toegankelijkheid van de website te verbeteren. Deze opsomming is te vinden in hoofdstuk 7. Mijn advies is verder om met enige regelmaat de toegankelijkheid van de website te blijven analyseren met automatische tools en om soms ook een gebruikersonderzoek uit te voeren. Met enkel toolanalyse blijft het risico bestaan dat de website nog barrières bevat voor motorisch beperkte, dyslectische en autistische gebruikers, omdat problemen voor deze doelgroepen niet opgespoord worden door tools.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isonl
dc.titleHoe digitoegankelijk is het Erasmus MC?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsdigitale toegankelijkheid, webevaluatie, hardopwerkonderzoek
dc.subject.courseuuCommunicatie en Organisatie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record