Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan der Hoeven, R.
dc.contributor.authorGenee, S.H.
dc.date.accessioned2020-02-20T19:05:28Z
dc.date.available2020-02-20T19:05:28Z
dc.date.issued2019
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/35137
dc.description.abstractIn dit onderzoek wordt onderzocht in hoeverre de residenten van het Oost-Indisch Binnenlandsch Bestuur (B.B.) in de jaren 20 dachten volgens de richtlijnen van de Ethische Politiek. Dit was ‘Ethisch denken’ of ‘denken naar Ethische grondslag’, zoals die in de jaren 20 ontwikkeld was. Dit denken wordt als volgt gedefinieerd. Het was: ‘paternalistisch bestuursbeleid gericht op de langzame, beheersbare ontwikkeling van het Indische land en volk tot een hoger economisch en/of cultureel niveau; al dan niet met het uiteindelijke doel van Indisch zelfbestuur onder Nederlandse leiding in het achterhoofd. Men denke hierbij aan het instellen van minimumlonen of het onderwijzen van de Indische adel. Als bronnenmateriaal worden de mailrapporten van de residenten, de hoogste ambtenaren van het B.B., gebruikt. Zij overzagen de Indische provincies en stuurden daaromtrent deze rapporten aan de Generaal-Gouverneur. De selectie van bronnen betreft ten eerste een discussie rondom de opleiding van adellijke Indische jongemannen; ten tweede een bespreking van de noodzaak van een gedeeltelijk vergaderverbod; en ten derde een discussie aangaande het herstellen van het contact van de Nederlands-Indische regering met de Indische bevolking. Allereerst wordt het onderwerp geïntroduceerd, door uit te leggen dat bij Nederlandse ondernemers, in de jaren 20, de (negatieve) perceptie onstond dat het B.B. een moralistisch bastion was. In hoofdstuk 1 wordt uitgelegd uit hoe de Ethische Politiek ontstaan is, en wat andere historici daaromtrent te melden hadden. In hoofdstuk 2 wordt een eigen analyse uitgevoerd met gebruik van een eigen primaire-bronnenselectie. Aan de hand van deze analyse valt te concluderen, dat in de bronnenselectie het denken naar Ethische grondslag inderdaad aanwezig was. Het was echter niet bij alle residenten aanwezig, en was niet puur moreel geïnspireerd, maar was ook calculerend. Het werd vaak aangehaald in de context van maatschappelijke problemen, als favoriete manier om die op te lossen en de Indiërs zo te pacificeren.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isonl
dc.titleGedreven Volksverheffers? Een verkennend onderzoek naar de ‘Ethische grondslag’ bij discussies van de residenten van het Oost-Indisch Binnenlandsch Bestuur, c. 1920-1930
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsNederlands-Indië; Kolonialisme; Ethische Politiek
dc.subject.courseuuGeschiedenis


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record