dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | Amsterdam, N. van | |
dc.contributor.author | Hertog, D. den | |
dc.date.accessioned | 2020-01-13T18:00:39Z | |
dc.date.available | 2020-01-13T18:00:39Z | |
dc.date.issued | 2019 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/34487 | |
dc.description.abstract | In 2014 heeft het IOC de Agenda 2020 vormgegeven. Deze agenda verplicht kandidaatssteden om een legacy plan toe te voegen in hun bidbook waarbij zij aangeven hoe zorg te dragen voor positieve legacy. De legacy van de Spelen blijkt vandaag de dag vaak niet gepaard te gaan met positieve effecten, maar met negatieve effecten. Zo zijn er de zogenoemde ‘white elephants’ waar de steden mee opgescheept zitten na de Spelen. Er is dan ook een tegenbeweging te zien naar de Spelen en het IOC. De referenda die Westerse steden organiseren om de bevolking een stem te geven in het wel of niet organiseren van de Spelen vallen slecht uit. De bevolking is duidelijk: zij willen geen Spelen organiseren in hun land. Dat is dan ook de trend van de laatste jaren. Het IOC heeft geen luxepositie meer, er zijn nog maar weinig steden die een bid doen naar de Spelen. Met de nadruk op positieve legacy probeert het IOC hier verandering aan te brengen. Dit is in Nederland niet onopgemerkt gebleven. Tijdens de Spelen van Rio de Janeiro in 2016 waren er meerdere initiatieven vanuit Nederlandse stakeholders om bij te dragen aan de positieve legacy van de Spelen. Ook voor de Spelen van Tokyo in 2020 zijn er meerdere Nederlandse stakeholders die (willen) bijdragen hieraan. Dit onderzoek heeft als doel om inzicht te verkrijgen in de betekenis die deze Nederlandse stakeholders geven aan legacy. De hoofdvraag die dan ook centraal staat is: Welke discoursen gebruiken Nederlandse stakeholders om betekenis te geven aan hun eigen bijdrage aan de legacy voor de Olympische- en Paralympische Spelen van Tokyo 2020?
Om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden is er gebruik gemaakt van de wetenschapsfilosofie kritische theorie. Hierbij staan de concepten van Foucault met betrekking tot discoursen, kennis en (disciplinaire) macht centraal. Ook de kolonisatie theorie en het oriëntalisme, de stroming die het huidige effect van kolonialisme tussen het Oosten en het Westen verklaart, staan centraal. Om de data te verkrijgen zijn er elf personen geïnterviewd van verschillende typen Nederlandse stakeholders. Dit is gedaan door middel van semigestructureerd interviews, waarbij zowel vragen als stellingen zijn geponeerd.
Uit de analyse van de resultaten blijkt dat er drie discoursen naar boven komen. Het eerste discourse is ‘Met Japan is het moeilijk samenwerken’. Bij dit discourse komt naar boven dat de deelnemers negatieve woorden koppelen aan de Japanse cultuur, zoals misvormd of handelingsverlegenheid. Dit laat zien dat er sprake is van een disciplinaire macht. Het tweede discourse is ‘Het Westen is het beste’. Dit bestendigt de kolonisatietheorie en het oriëntalisme. Door middel van legacy willen de deelnemers zorgdragen dat Japan meer richting de Westers gestelde norm gaat. Het laatste discourse dat naar boven komt is het ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’-discourse. Dit discourse maakt inzichtelijk dat er organisaties zijn die met het bijdrage aan de legacy ook doelen hebben die bijvoorbeeld hun eigen machtspositie versterken. Een voorbeeld hiervan is het zorgdragen voor een betere diplomatieke positie, alsmede bilaterale relaties. Er ligt hier dan ook een kapitalisme-discourse ten grondslag. Oftewel er is een doel om er geld mee te verdienen. Het blijkt dan ook dat de Nederlandse stakeholders niet bewust voor Tokyo 2020 kiezen, maar bewust voor het bijdragen aan legacy voor de Spelen in het algemeen.
Uit dit onderzoek komt naar voren dat de Nederlandse stakeholders naast het bijdragen aan positieve legacy voor de gemarginaliseerde bevolking ook andere doelen hebben die betrekking hebben op de machtsposities. In dit onderzoek zijn de Japanse stakeholders of het IOC niet betrokken. Het advies is dan ook om verder onderzoek te doen naar de bijdrage aan de legacy en deze stakeholders ook te betrekken. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.format.extent | 1204149 | |
dc.format.mimetype | application/pdf | |
dc.language.iso | nl | |
dc.title | De 'oranje strik' van Nederland. Een kritisch onderzoek naar de discoursen die worden gebruikt om betekenis te geven aan de bijdragen van Nederlandse stakeholders aan de legacy van de Olympische- en Paralympische Spelen van Tokyo 2020. | |
dc.type.content | Master Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.keywords | legacy, foucault, Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Spelen, discourse, postkolonialisme, orientalisme | |
dc.subject.courseuu | Sportbeleid en sportmanagement | |