Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHörmann, Pauline
dc.contributor.authorValk, N.D.
dc.date.accessioned2020-01-06T18:00:42Z
dc.date.available2020-01-06T18:00:42Z
dc.date.issued2019
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/34445
dc.description.abstractIn dit onderzoek zijn een literatuurstudie en een discoursanalyse uitgevoerd over de representatie van de vermoedelijke dader en de slachtoffers van de aanslag in Christchurch, Nieuw-Zeeland op 15 maart 2019. Het doel van deze studies was om te onderzoeken hoe er wordt geschreven over de vermoedelijke dader en de slachtoffers. Dit is gebeurd door te kijken naar de representatie van de genoemde actoren. Hierbij zijn geschreven teksten bestudeerd op woordniveau. Er is namelijk gekeken naar de termen die worden ingezet om te refereren aan de actoren. Er zijn recentelijk enkele discoursanalyses uitgevoerd over verschillende aanslagen. Wat maakt dit onderzoek dan anders dan de vorige? Bij de voorheen geselecteerde casussen had de vermoedelijke dader altijd een islamitische achtergrond. Bovendien had de vermoedelijke dader altijd een Westerse samenleving als doelwit. In het geval van deze casus heeft de vermoedelijke dader een Westerse achtergrond en zijn moslims het beoogde doelwit. Waarom maakt dit verschil nu zo veel uit? Dit verschil is betekenisvol op basis van de resultaten van eerdere studies, waaruit bleek dat niet elke aanslag even uitvoerig wordt belicht in media. Zo krijgen aanslagen die vermoedelijk gepleegd zijn door een islamitische dader liefst 357% meer media-aandacht dan aanslagen die vermoedelijk gepleegd zijn door daders die geen moslim zijn (Kearns, Betus & Lemieux, 2017). Dit gecombineerd met het gegeven dat er een symbiotische relatie bestaat tussen terrorisme en media maakt het relevant en interessant om onderzoek te doen naar de representatie van de betrokkenen bij de aanslag in Christchurch (Powell, 2011). Bij de uitvoering van deze discoursanalyse is uitgegaan van het concept ‘discours’ zoals omschreven door Foucault. Volgens Foucault bepaalt een discours hoe er betekenis wordt gegeven aan het onderwerp van het discours. Oftewel, door het discours over de vermoedelijke dader en de slachtoffers te analyseren kan bekeken worden welke betekenis men geeft aan deze actoren. Het analyseren van het discours is gedaan door middel van een Critical Discourse Analysis. Dit concept is geschikt om te gebruiken bij onderzoek naar betekenisgeving aan mensen in het algemeen en aan minderheden in het bijzonder (Van Dijk, 1999). Met behulp van een Critical Discourse Analysis kan de representatie van bevolkingsgroepen kritisch worden geanalyseerd. In het geval van dit onderzoek is deze analyse uitgevoerd aan de hand van het driedimensionale model zoals opgesteld door Fairclough (1989). Met behulp van het driedimensionale model komt men tot een linguïstische beschrijving van een tekst, een interpretatie van de relatie tussen tekst en discursieve processen en een uitleg van de relatie tussen discursieve processen en sociale processen (Hashemi & Ghanizade, 2012; Huisman, 2016). Dit houdt in dat er wordt bestudeerd wat er wordt gezegd, door wie het wordt gezegd en hoe deze informatie zich verhoudt tot de maatschappij waarin het discours plaatsvindt. Uit de resultaten is gebleken dat de vermoedelijke dader veelal wordt aangeduid door middel van zijn eigen officiële naam. Daarnaast wordt hij omschreven aan de hand van zijn rol tijdens de aanslag. Er worden uiteenlopende kenmerken en karaktereigenschappen besproken wanneer er aan hem wordt gerefereerd. De slachtoffers worden voornamelijk geduid met behulp van collectieve termen en feitelijke informatie, waardoor er een beeld ontstaat van een grote en relatief anonieme groep mensen. In het discours bleken vooral politici en ooggetuigen aan het woord te komen. Hiermee lijkt men tegemoet te komen aan de aannemelijke behoefte vanuit de maatschappij om aanvullende feitelijke informatie te verkrijgen. De slachtoffers zelf en de vertegenwoordigers van de slachtoffers komen nauwelijks aan het woord. Vervolgonderzoek wordt aanbevolen om de effecten van deze bevindingen op het publiek te onderzoeken. Door deze effecten te onderzoeken kan aan het licht worden gebracht hoe de representatie in het huidige discours invloed heeft op de betekenisgeving door de mediaconsument.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent732029
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleTarrant, verdachte of terrorist?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsdiscours, discoursanalyse, kritische discoursanalyse, media, representatie, beeldvorming, framing, terrorisme, communicatie,
dc.subject.courseuuCommunicatie, beleid en management


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record