| dc.description.abstract | Abstract
Title: COPD-PASS; Physical Activity in COPD patients: the role of perceived Social Support.
Background: Chronic obstructive pulmonary disease (COPD) is one of the leading causes of mortality worldwide. Patients endure physical symptoms that can result in reduced physical activity and might induce psycho-social distress. Meanwhile both physical activity and social support can have positive influences on COPD progression and patient’s well-being. It seems plausible that there is an association between physical activity and social support, however existing evidence is poor.
Aim: To examine the association between perceived social support and the perceived limitation of physical activity in patients with COPD.
Method: A cross-sectional multi-center study was conducted among Dutch outpatient COPD patients between January and May 2019. Perceived social support was assessed with the short version of the ‘Social Support List of Interactions’ and perceived limitation of physical activity was measured with the ‘Clinical COPD Questionnaire’. A multiple regression analyses was performed to assess the association between social support and physical activity. Analyses were adjusted for dyspnoea (assessed with the MRC-dyspnoea scale), age and gender.
Results: 53 participants (79.2% GOLD IV; 52.8% male; mean age 66.8 years (SD=11.9)). The mean score for social support was 29.40 (range 12-48) and for physical activity it was 3.96 (range 1-7). After statistical adjustment for dyspnoea, age and gender, perceived social support was not significantly associated with perceived limitation of physical activity (β=.012; p=.580).
Conclusion: No significant association was found between perceived social support and perceived limitation of physical activity in COPD patients.
Recommendations: It might be useful to investigate other aspects of a possible association between social support and physical activity, since both social support as physical activity have more facets than the ‘perceived social support in general’ and ‘perceived limitation of physical activity’, studied in this research.
Samenvatting
Titel: COPD-PASS; Fysieke activiteit van COPD-patiënten: de rol van ervaren sociale steun. Achtergrond: Chronische obstructieve longziekte (COPD) is een van de meest voorkomende ziekten wereldwijd. Symptomen van COPD leiden bij de patiënt tot verminderde fysieke activiteiten en kunnen psychosociale stress veroorzaken. Tegelijkertijd kunnen fysieke activiteit en sociale steun juist een positieve invloed hebben op het ziekteverloop en het welbevinden van COPD-patiënten. Het lijkt aannemelijk dat er een verband is tussen fysieke activiteit en sociale steun, maar het bewijs daarvoor is beperkt.
Doel: Het onderzoeken van een mogelijke relatie tussen ervaren sociale steun en ervaren beperking in fysieke activiteit bij COPD-patiënten.
Methode: Dit cross-sectionele onderzoek is tussen januari en mei 2019 uitgevoerd onder poliklinische COPD-patiënten van twee Nederlandse ziekenhuizen. Ervaren sociale steun is gemeten met de korte versie van de ‘Sociale Steun Lijst’. Ervaren beperking in fysieke activiteit is gemeten met de ‘klinische COPD vragenlijst (CCQ)’. Een multiple regressievergelijking is als analyse uitgevoerd, waarbij gecorrigeerd is voor dyspneu (gemeten met de MRC-dyspneu lijst), leeftijd en geslacht.
Resultaten: 53 participanten (79.2% GOLD IV; 52.8% man; gemiddelde leeftijd 66.8 jaar (SD = 11.9)). De gemiddelde score voor ervaren sociale steun was 29.40 (range 12-48) en 3.96 (range 1-7) voor ervaren beperking in fysieke activiteit. Met de correctie voor confounders (dyspneu, leeftijd en geslacht) is er geen significant verband tussen sociale steun en fysieke activiteit gevonden (β=.012; p =.580).
Conclusie: Er geen significant verband gevonden tussen ervaren sociale steun en ervaren beperking in fysieke activiteit in COPD-patiënten.
Aanbevelingen: Het kan zinvol zijn om andere aspecten van een mogelijk verband tussen sociale steun en fysieke activiteit te onderzoeken, aangezien zowel sociale steun als fysieke activiteit meer facetten in zich hebben dan ‘de ervaren sociale steun in het algemeen’ en ‘de ervaren beperking in fysieke activiteit’, die in dit onderzoek zijn onderzocht. | |
