Wat zegt televisie ons over Down?

Abstract

Het hebben van een beperking is een fundamenteel aspect van het menselijk bestaan, maar krijgt nog niet de aandacht die het verdient. In deze bachelorscriptie is de wetenschappelijke leemte rond deze groep gevuld door onderzoek te doen naar de representatie van mensen met het syndroom van Down. In 2015 was deze groep veelvuldig op televisie, zowel op commerciële zenders als bij de publieke omroep. In dit onderzoek is de representatie van deze sociale groep geanalyseerd aan de hand van de theorie van Colin Barnes (1992) over veelvoorkomende stereotypen van mensen met een beperking in de media. De volgende onderzoeksvraag is beantwoord: “Hoe worden mensen met het syndroom van Down gerepresenteerd in de Nederlandse televisieprogramma’s SynDROOM en Down voor Dummies?” Er is een discoursanalyse uitgevoerd waaruit is gebleken dat er twee discoursen worden gehanteerd rond het syndroom van Down. Enerzijds wordt deze groep gerepresenteerd als ontwikkelde individuen, anderzijds wordt een discours gehanteerd dat er een ongelijke relatie bestaat tussen mensen met en zonder beperking. De stereotypen die Barnes (1992) omschrijft worden binnen deze discoursen zowel ontkracht als bevestigd, waarbij er nagenoeg geen verschillen zijn tussen een commerciële zender en de publieke omroep.