Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan Gorp, J.
dc.contributor.authorGroot, H.F. de
dc.date.accessioned2019-09-02T17:00:24Z
dc.date.available2019-09-02T17:00:24Z
dc.date.issued2019
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/33810
dc.description.abstractIn dit interdisciplinaire bacheloreindwerkstuk is onderzoek gedaan naar de constructie van ‘narrative complexity’ in de Showtime televisieserie Penny Dreadful. Deze horror-serie heeft een unieke oorsprong: het is namelijk een bewerking van meerdere ongerelateerde Victoriaanse romans. ‘Narrative complexity’ is een term van mediawetenschapper Jason Mittell, die bedoeld is om een hedendaagse ontwikkeling in televisienarratieven te signaleren: de opkomst van complexe televisie. Mittell’s concept is in dit onderzoek geoperationaliseerd door een verdeling in twee hoofdkenmerken, de ‘operational aesthetic’, waarbij de constructie van het narratief wordt benadrukt, en de ‘drillable’ kwaliteiten van de tekst, referenties die de tekst verdiepen. Om de unieke adaptatie van Penny Dreadful mee te nemen in het onderzoek, zijn twee adaptatiemodellen van literatuurwetenschapper Kamilla Elliott (‘de(re)composing’ en ‘ventriloquist’) aangehaald in het onderzoek, met als doel deze modellen theoretisch te koppelen aan Mittell’s ‘narrative complexity’. Het corpus van het onderzoek is de verhaallijn van de personages Frankenstein en zijn monster in Penny Dreadful. Door middel van plottwists, ‘analepsis’ (flashbacks die onthullende informatie verschaffen) en een enkele fantastiesequentie, wordt de ‘operational aesthetic’, het eerste hoofdkenmerk, benadrukt. Penny Dreadful heeft veel ‘drillable’ kwaliteiten, die onder andere refereren naar culturele uitingen, historische gebeurtenissen en bovenal literaire werken. De personages, dialoog en het algehele narratief worden hierdoor uitgediept. Het narratief van Penny Dreadful sluit op Elliott’s beide adaptatiemodellen aan, maar wel op verschillende momenten. Door specifieke elementen van Mary Shelley’s originele ‘Frankenstein’-roman uit te lichten, sluit het ‘de(re)composing’-model aan op de ‘drillable’ kwaliteiten van de tekst. Door fundamentele wijzigingen te maken ten opzichte van Shelley’s roman, sluit het ‘ventriloquist’-model aan op de ‘operational aesthetic’. Door deze twee verbindingen te maken is de theoretische conclusie van dit onderzoek dat Elliott’s adaptatiemodellen door middel van de hoofdkenmerken ‘operational aesthetic’ en ‘drillable’ aansluiten op Mittell’s ‘narrative complexity’.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1355045
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleFrankenstein van boek naar TV: een complexe bewerking. Hoe ‘narrative complexity’ wordt geconstrueerd in Penny Dreadful
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsnarrative complexity, mittel, elliott, bewerking, adaptatie, penny dreadful, gothic, horror, narratief, drillable, analepsis, plottwist, operational aesthetic, literatuur, derecomposing, ventriloquist, frankenstein
dc.subject.courseuuMedia en cultuur


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record