Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan der Meulen, Sjoukje
dc.contributor.authorBosch, T.M.
dc.date.accessioned2019-08-30T17:00:42Z
dc.date.available2019-08-30T17:00:42Z
dc.date.issued2019
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/33798
dc.description.abstractConceptuele kunst spreekt niet gemakkelijk aan, het is namelijk niet ‘mooi’ of ‘moeilijk’ te maken. Toch speelt het een belangrijke rol in de kunstgeschiedenis en hedendaagse kunstpraktijk. Conceptuele kunst maakt dan ook onderdeel uit van de onderwijs- en museumpraktijk. Een theoretische basis voor het ontwikkelen van onderwijs hierover is dus van belang. Dit onderzoek stelt daarom de vraag waaraan onderwijs over conceptuele kunst dient te voldoen om zowel betekenisvol te zijn voor de leerling, als recht te doen aan de complexiteit van de kustvorm én de verwevenheid met de hedendaagse kunst. In het eerste hoofdstuk wordt het theoretisch kader over conceptuele kunst gepresenteerd. Daarin zijn de vier belangrijkste perspectieven in de literatuur en de kunsthistorische context van conceptuele kunst uiteengezet. Een onderscheid is gemaakt tussen enerzijds conceptuele kunst en anderzijds conceptualisme: één van de kenmerken van de hedendaagse kunstpraktijk. Daarmee worden de consequenties van conceptuele kunst voor de hedendaagse kunst aangetoond. In hoofdstuk twee wordt beargumenteerd dat kunstonderwijs wint aan betekenis wanneer de waarde van kunst niet buiten, maar binnen zichzelf wordt gezocht. Deze betekenis wordt vervolgens vergroot door bij het vormgeven van het lesmateriaal – naast de kunst – de leerling als uitgangspunt te nemen en de inhoud af te leiden van de hedendaagse professionele kunstpraktijk: het hedendaags conceptualisme. De leerling dient zo uitgedaagd te worden – net als de kunst zelf – kritisch reflectief naar kunst en de wereld eromheen te kijken en zo cultureel (zelf)bewustzijn te ontwikkelen. Tenslotte zijn in het derde hoofdstuk de bevindingen over de conceptuele kunst, hedendaags conceptualisme en betekenisvol kunstonderwijs samengebracht. Geconcludeerd wordt dat onderwijs over conceptuele kunst aan betekenis wint wanneer spannende verbindingen – dat wil zeggen tot nadenken prikkelende – worden gelegd tussen de conceptuele kunst en hedendaags conceptualisme. En daarbij, in meer algemenere zin, dat het kunstonderwijs wint aan betekenis door bewust conceptualistische werken in te zetten. Deze bevindingen worden gepresenteerd in ontwerpsuggesties die docenten en museumeducatoren kunnen helpen bij het ontwikkelen van onderwijs over conceptuele kunst. Dit onderzoek toont aan dat het recht doen aan de complexiteit van conceptuele kunst en de verwevenheid ervan met de hedendaagse kunstpraktijk de betekenis voor de leerling niet in de weg staat, maar juist kan versterken. Juíst de complexiteit van de kunstvorm, maakt een kritische reflectieve houding noodzakelijk. De leerlingen dient zich namelijk – net als de kunst zelf – bewust te worden van het kader, de cultureel bepaalde normen en de traditie, waarmee hij/zij naar de wereld kijkt. Daarbij maakt het gebruik van hedendaags conceptualistische voorbeelden het onderwijs over conceptuele kunst spannender, actueler en dus tevens van meer betekenis.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent2788691
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleEen Duchamp is niet mooi. Een theoretische basis voor het ontwikkelen van onderwijs over conceptuele kunst
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsConceptuele kunst; conceptualisme; voortgezet onderwijs; onderwijs; hedendaagse kunst; moderne kunstgeschiedenis; kritisch denken; zelf reflectie; reflectie; betekenisvol onderwijs; kunstonderwijs; museumeducatie
dc.subject.courseuuKunstgeschiedenis: educatie en communicatie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record