dc.description.abstract | In deze thesis wordt aan de hand van de joodse ochtendzegeningen de relatie tussen gelovige individuen en religieuze controverse onderzocht. De omstreden zin ‘shelo asani isha’, waarin God wordt bedankt dat de gelovige niet tot vrouw is gemaakt, staat in het onderzoek centraal. Het uitgangspunt is dat de controverse een modern probleem is: omdat een individu de keuze heeft om iets wel of niet te doen, is de impliciete verwachting dan ook dat elk dit individu verantwoording kan afleggen over zijn of haar daden. Dit maakt de controverse rondom de zin ‘shelo asani isha’ specifiek een modern probleem: een ritueel zelf wordt niet meer ter verantwoording geroepen, maar de uitvoerders er van, wat hen verplicht zich tot het ritueel te verhouden. De vraag waar deze thesis antwoord op tracht te geven is dan ook: hoe verhouden joden in Nederland zich tot de controverse rondom de ochtendzegeningen?
Om deze onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden zijn er kwalitatieve interviews afgenomen met zeven respondenten, die samen een diverse groep vormen in leeftijd, gender en religieuze oriëntatie. Uit de verzamelde data blijkt dat de respondenten zich op verschillende manieren tot de controverse verhouden. De notie dat liberale joden meer moeite met de zin hebben dan orthodoxe joden, blijkt niet op te gaan. Iets wat wel een belangrijke rol speelt in hun houding ten opzichte van het gebed, is de wijze waarop religieuze autoriteit zich in hun leven manifesteert: wanneer autoriteit niet alleen over macht gaat, maar ook over relationele sferen, kan worden verklaard waarom gelovigen binnen eenzelfde religieuze oriëntatie toch heel andere overtuigingen, wensen en gedragingen hebben. | |