De Relaties Tussen Overreactieve Discipline en Warmte van Ouders en Internaliserende Aanpassingsproblemen Tijdens de Vroege Adolescentie (9-12 jaar) en Midden Adolescentie (14-17 jaar)

Abstract

Introductie In dit onderzoek zijn relaties onderzocht tussen overreactieve discipline en warmte van ouders met angstige en depressieve symptomen tijdens de vroege adolescentie (9-12 jaar) en midden adolescentie (14-17 jaar). Verwacht werd dat meer overreactieve discipline en minder warmte van ouders gerelateerd is aan meer angstige en depressieve symptomen. Methode Data van het longitudinale onderzoek naar opvoeding en ontwikkeling van Vlaamse kinderen en adolescenten werd gebruikt. Op twee meetmomenten (2004 en 2009) vulden moeders (2004 N = 524, 2009 N= 445) en vaders (2004 N = 493, 2009 N= 410) vragenlijsten in over hun opvoedgedrag, angstige en depressieve symptomen. Leerkrachten (2004 N = 544, 2009 N = 248) vulden een vragenlijst in over angstige en depressieve symptomen. De onderzoeksvragen zijn getoetst met behulp van multivariate regressieanalyses. De regressieanalyses zijn tevens gecontroleerd voor assumpties. Resultaten Meer overreactieve discipline van vaders is, zoals verwacht, gerelateerd aan meer angstige symptomen voor beide ontwikkelingsfasen. De relatie tussen overreactieve discipline van vaders en depressieve symptomen wordt echter alleen tijdens de vroege adolescentie teruggevonden. Zoals verwacht is meer warmte van moeders gerelateerd aan minder depressieve symptomen slechts bij de midden adolescentie. Warmte van vaders blijkt niet gerelateerd te zijn aan angstige en depressieve symptomen bij beide ontwikkelingsfasen. Conclusie Opvoedgedrag van vaders speelt een belangrijke rol bij angstige en depressieve symptomen van adolescenten. Voor een meer efficiënte preventie en behandeling is het van belang de relaties tussen opvoedgedrag van vaders en angstige en depressieve symptomen niet te onderschatten.